commentaar:exodus33-17
Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
| Volgende revisie | Vorige revisie | ||
| commentaar:exodus33-17 [2024/11/08 09:29] – aangemaakt pvi | commentaar:exodus33-17 [2024/11/08 10:16] (huidige) – pvi | ||
|---|---|---|---|
| Regel 2: | Regel 2: | ||
| |17 En de Here zeide tot Mozes: Ook deze zaak, waarover gij gesproken hebt, zal Ik doen, omdat gij genade in mijn ogen gevonden hebt en Ik u bij name ken. 18 Maar hij zeide: Doe mij toch uw heerlijkheid zien. 19 Hij nu zeide: Ik zal mijn luister aan u doen voorbijgaan en de naam des Heren voor u uitroepen: Ik zal genadig zijn, wie Ik genadig ben, en Mij ontfermen, over wie Ik Mij ontferm. 20 Hij zeide: Gij zult mijn aangezicht niet kunnen zien, want geen mens zal Mij zien en leven. | | |17 En de Here zeide tot Mozes: Ook deze zaak, waarover gij gesproken hebt, zal Ik doen, omdat gij genade in mijn ogen gevonden hebt en Ik u bij name ken. 18 Maar hij zeide: Doe mij toch uw heerlijkheid zien. 19 Hij nu zeide: Ik zal mijn luister aan u doen voorbijgaan en de naam des Heren voor u uitroepen: Ik zal genadig zijn, wie Ik genadig ben, en Mij ontfermen, over wie Ik Mij ontferm. 20 Hij zeide: Gij zult mijn aangezicht niet kunnen zien, want geen mens zal Mij zien en leven. | | ||
| + | |||
| + | :17 Ik u bij name ken => Naam = [[https:// | ||
| + | |||
| + | Een stamwoord (misschien eerder afgeleid van suwm, wat staat voor een bepaalde en opvallende positie; vergelijk shamayim); een benaming, als teken of gedenkteken van individualiteit; | ||
| + | |||
| + | :18 Maar hij zeide: Doe mij toch uw heerlijkheid zien. => Heerlijkheid = [[https:// | ||
| + | |||
| + | BDB-definitie: | ||
| + | |||
| + | Strong' | ||
| + | |||
| + | |||
| + | YHWH kent het karakter van Moshé, Moshé wil het karakter van YHWH kennen en zien. YHWH zegt; Mijn aangezicht kan je niet zien maar in het voorbijgaan zal ik mijn karakter uitroepen; genade en ontferming (**chen & rachem**) | ||
| + | |||
| + | [[bijbels: | ||
| + | |||
| + | |||
| + | vai·ya·' | ||
| + | ging voorbij | ||
| + | |||
| + | ra·Chum | ||
| + | barmhartig | ||
| + | |||
| + | no·Tzer | ||
| + | Houdend | ||
| + | |||
| + | va·Fe·sha' | ||
| + | en overtreding en zonden | ||
| + | |||
| + | lo ye·nak·Keh | ||
| + | niet reinigt | ||
| + | |||
| + | ve·' | ||
| + | en aan | ||
| + | |||
| + | |||
| + | |||
| + | |||
commentaar/exodus33-17.1731054555.txt.gz · Laatst gewijzigd: door pvi
