Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


moadiem:pesach:start

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
moadiem:pesach:start [2025/03/29 10:43] – [Wat betekent Pesach] pvimoadiem:pesach:start [2025/03/29 19:32] (huidige) – [Instelling van Pesach] pvi
Regel 4: Regel 4:
 ---- ----
 ====Wat betekent Pesach==== ====Wat betekent Pesach====
-Het woord PeSaCh komt voor het eerst voor in [[exodus12|Exodus 12]]:11 En aldus zult gij het eten: uw lendenen omgord, uw schoenen aan uw voeten en uw staf in uw hand; overhaast zult gij het eten; het is een **Pascha** voor de Here. +Het woord PeSaCh komt voor het eerst voor in [[bijbels:nbg:tekst:exodus12|Exodus 12]]:11 En aldus zult gij het eten: uw lendenen omgord, uw schoenen aan uw voeten en uw staf in uw hand; overhaast zult gij het eten; het is een **Pascha** voor de Here.  
 + 
 +[[https://biblehub.com/hebrew/6453.htm|H6453]] {{:moadiem:pesach:h6453-pesach.png?40|}} Pesach, Pesach offers, komt van [[https://biblehub.com/hebrew/6452.htm|H5462]] Pasach:\\ 
 +\\ Definitie: Overslaan 
 +\\ Betekenis: voorbijgaan, hinkelen, overslaan, aarzelen, hinken, dansen 
 + 
 +[[bijbels:nbg:tekst:exodus12|Exodus 12:]]27 Dan zult gij zeggen: Het is een Paasoffer voor de Here, die in Egypte aan de huizen der Israelieten **voorbijging**, toen Hij de Egyptenaren sloeg, maar onze huizen **spaarde**.
  
-[[https://biblehub.com/hebrew/6453.htm|H6453 פֶסַח]] 
 ====Heenwijzingen naar Pesach==== ====Heenwijzingen naar Pesach====
 +[[bijbels:nbg:tekst:genesis1|Genesis 1:]]14 En God zeide: Dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels om scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en dat zij dienen tot aanwijzing zowel van vaste tijden als van dagen en jaren; 
 +
 +[[bijbels:nbg:tekst:genesis3|Genesis 3:]]21 En Yahweh Elohim maakte voor de mens en voor zijn vrouw klederen van vellen en bekleedde hen daarmede. 
 +
 +[[bijbels:nbg:tekst:genesis4|Genesis 4:]]3 Na verloop van tijd nu bracht Kain van de vruchten der aarde aan de Here een offer; 4 Ook Abel bracht er een van de eerstelingen zijner schapen, van hun vet; en de Here sloeg acht op Abel en zijn offer, 
 +
 +[[bijbels:nbg:tekst:genesis15|Genesis 15:]]12 Toen de zon op het punt stond onder te gaan, viel een diepe slaap op Abram. En zie, hem overviel een angstwekkende, dikke duisternis. 13 En Hij zeide tot Abram: Weet voorzeker, dat uw nakomelingen vreemdelingen zullen zijn in een land, dat het hunne niet is, en dat zij hen dienen zullen, en dat die hen zullen verdrukken, vierhonderd jaar. 14 Doch ook het volk, dat zij zullen dienen, zal Ik richten, en daarna zullen zij met grote have uittrekken. 15 Maar gij zult in vrede tot uw vaderen gaan; gij zult in hoge ouderdom begraven worden. 16 Het vierde geslacht echter zal hierheen wederkeren, want eerder is de maat van de ongerechtigheid der Amorieten niet vol. 17 Toen de zon was ondergegaan, en er dikke duisternis was, zie, een rokende oven met een vurige fakkel, welke tussen die stukken doorging. 18 Te dien dage sloot de Here een verbond met Abram, zeggende: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven, van de rivier van Egypte tot de grote rivier, de rivier de Eufraat: 
 +
 +[[bijbels:nbg:tekst:genesis19|Genesis 19:]]3 Toen hij echter sterk bij hen aandrong, namen zij bij hem hun intrek en kwamen in zijn huis; en hij bereidde voor hen een maaltijd en bakte ongezuurde koeken, en zij aten. (Uittocht uit Sodom, ongezuurde koeken)
 +
 +[[bijbels:nbg:tekst:genesis22|Genesis 22:]]1 Hierna gebeurde het, dat God Abraham op de proef stelde. Hij zeide tot hem: Abraham, en deze zeide: Hier ben ik. 2 En Hij zeide: Neem toch uw zoon, uw enige, die gij liefhebt (Ahavah, Isaak, en ga naar het land mo·ri·Yah, en offer hem daar tot een brandoffer op een der bergen die Ik u noemen zal. 3 Toen stond Abraham des morgens vroeg op, zadelde zijn ezel, en nam twee van zijn knechten met zich, benevens zijn zoon Isaak; hij kloofde hout voor het brandoffer, begaf zich op weg en ging naar de plaats, die God hem genoemd had. 4 Toen Abraham op de derde dag zijn ogen opsloeg, zag hij die plaats in de verte. 5 En Abraham zeide tot zijn knechten: Blijft gij hier met de ezel, terwijl ik en de jongen daarginds heengaan; wanneer we hebben aangebeden, zullen wij tot u terugkeren. 6 Toen nam Abraham het hout voor het brandoffer, legde het op zijn zoon Isaak en nam vuur en een mes met zich mede. Zo gingen die beiden tezamen. 7 Toen sprak Isaak tot zijn vader Abraham en zeide: Mijn vader, en deze zeide: Hier ben ik, mijn zoon. En hij zeide: Hier is het vuur en het hout, maar waar is het lam ten brandoffer? 8 En Abraham zeide: God zal Zichzelf voorzien van een lam ten brandoffer, mijn zoon. Zo gingen die beiden tezamen. 9 Toen zij aan de plaats die God hem genoemd had, gekomen waren, bouwde Abraham daar een altaar, schikte het hout, bond zijn zoon Isaak en legde hem op het altaar boven op het hout. 
 +
 ====Instelling van Pesach==== ====Instelling van Pesach====
 +[[bijbels:nbg:tekst:exodus12|Exodus 12:]]1 En de Here zeide tot Mozes en tot Aaron in het land Egypte:
 +2 Deze maand zal u het begin der maanden zijn; zij zal u de eerste der maanden van het jaar zijn. 3 Spreekt tot de gehele vergadering van Israel als volgt: op de tiende van deze maand zal ieder voor zich een stuk kleinvee nemen, familiesgewijs, een stuk kleinvee per gezin. 4 Maar indien een gezin te klein is voor een stuk kleinvee, dan zullen hij en de naaste buurman van zijn gezin er een nemen, naar het aantal personen; gij zult bij het stuk kleinvee rekenen met ieders behoefte. 5 Een gaaf, mannelijk, eenjarig stuk kleinvee moet gij nemen; gij kunt dit nemen van de schapen of van de geiten. 6 En gij zult het bewaren tot de veertiende dag van deze maand; dan zal de gehele vergadering der gemeente van Israel het slachten in de avondschemering. 7 Vervolgens zal men van het bloed nemen en dit strijken aan de beide deurposten en de bovendorpel, aan die huizen, waarin men het eet. 8 Het vlees zullen zij dezelfde nacht eten; zij zullen het eten op het vuur gebraden, met ongezuurde broden, benevens bittere kruiden.
 +9 Rauw of gaar gekookt in water zult gij het niet eten; slechts op het vuur gebraden met kop, schenkels en ingewanden. 10 Gij zult daarvan niets overlaten tot de morgen; wat ervan overblijft tot de morgen, dat zult gij met vuur verbranden. 11 En aldus zult gij het eten: uw lendenen omgord, uw schoenen aan uw voeten en uw staf in uw hand; overhaast zult gij het eten; het is een Pascha voor de Here. 12 Want Ik zal in deze nacht het land Egypte doortrekken en alle eerstgeborenen, zowel van mens als dier, in het land Egypte slaan en aan alle goden van Egypte zal Ik gerichten oefenen, Ik, de Here. 13 En het bloed zal u dienen als een teken aan de huizen, waar gij zijt, en wanneer Ik het bloed zie, dan ga Ik u voorbij. Aldus zal er geen verdervende plaag onder u zijn, wanneer Ik het land Egypte sla. 14 En deze dag zal u een gedenkdag zijn, gij zult hem vieren als een feest voor de Here; in uw geslachten zult gij hem als een altoosdurende inzetting vieren. 15 Zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten; dadelijk op de eerste dag zult gij het zuurdeeg uit uw huizen verwijderen, want ieder die iets gezuurds eet, van de eerste tot de zevende dag, zo iemand zal uit Israel worden uitgeroeid. 16 Zowel op de eerste als op de zevende dag zult gij een heilige samenkomst hebben; generlei arbeid zal daarop verricht worden; slechts wat door ieder gegeten wordt, alleen dat mag door u bereid worden. 17 Onderhoudt dan [het] [feest] [der] ongezuurde broden, want op deze zelfde dag leid Ik uw legerscharen uit het land Egypte. Daarom moet gij deze dag onderhouden in uw geslachten als een altoosdurende inzetting. 18 In de eerste [maand], op de veertiende dag der maand, des avonds, zult gij ongezuurde broden eten, tot aan de eenentwintigste dag der maand, des avonds. 19 Zeven dagen zal er geen zuurdeeg in uw huizen gevonden worden, want ieder, die iets gezuurds eet, zo iemand zal uit de vergadering van Israel worden uitgeroeid, hetzij hij een vreemdeling, hetzij hij in het land geboren is. 20 Niets wat gezuurd is, zult gij eten; gij zult in al uw woonplaatsen ongezuurde broden eten. 21 Toen ontbood Mozes al de oudsten van Israel en zeide tot hen: Trekt heen, haalt kleinvee voor uw geslachten en slacht het Pascha.
 +
 +
 ====Wanneer is het Pesach==== ====Wanneer is het Pesach====
 ====Was het laatste maal een Pesach==== ====Was het laatste maal een Pesach====
 ====Wie mogen er aan het Pesach==== ====Wie mogen er aan het Pesach====
 ====Hoe vier je Pesach==== ====Hoe vier je Pesach====
moadiem/pesach/start.1743241394.txt.gz · Laatst gewijzigd: door pvi