^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^ [[amos|Terug naar Boek index]] ^ ===== Amos 5 ===== \\ [[commentaar:amos5-1|1 ]] "Hoort dit woord, dat Ik over ulieden ophef, een klaaglied, o huis Israels! " \\ [[commentaar:amos5-2|2 ]] "De jonkvrouw Israels is gevallen, zij zal niet weder opstaan; zij is verlaten op haar land, er is niemand, die haar opricht. " \\ [[commentaar:amos5-3|3 ]] "Want zo zegt de Heere HEERE: De stad, die uitgaat met duizend, zal honderd overhouden, en die uitgaat met honderd, zal tien overhouden, in het huis Israels. " \\ [[commentaar:amos5-4|4 ]] "Want zo zegt de HEERE tot het huis Israels: Zoekt Mij, en leeft. " \\ [[commentaar:amos5-5|5 ]] "Maar zoekt Beth-El niet, en komt niet te Gilgal, en gaat niet over naar Ber-Seba; want Gilgal zal voorzeker gevankelijk worden weggevoerd, en Beth-El zal worden tot niet. " \\ [[commentaar:amos5-6|6 ]] "Zoekt den HEERE, en leeft; opdat Hij niet doorbreke in het huis van Jozef als een vuur, dat vertere, zodat er niemand zij, die het blusse in Beth-El; " \\ [[commentaar:amos5-7|7 ]] "Die het recht in alsem verkeren, en de gerechtigheid ter aarde doen liggen. " \\ [[commentaar:amos5-8|8 ]] "Die het Zevengesternte en den Orion maakt, en de doodsschaduw in den morgenstond verandert, en den dag als den nacht verduistert; Die de wateren der zee roept, en giet ze uit op den aardbodem, HEERE is Zijn Naam. " \\ [[commentaar:amos5-9|9 ]] Die Zich verkwikt door verwoesting over een sterke; zodat de verwoesting komt over een vesting. \\ [[commentaar:amos5-10|10 ]] "Zij haten in de poort dengene, die bestraft, en hebben een gruwel van dien, die oprechtelijk spreekt. " \\ [[commentaar:amos5-11|11 ]] "Daarom, omdat gij den arme vertreedt en een last koren van hem neemt, zo hebt gij wel huizen gebouwd van gehouwen steen, maar gij zult daarin niet wonen; gij hebt gewenste wijngaarden geplant, maar gij zult derzelver wijn niet drinken. " \\ [[commentaar:amos5-12|12 ]] "Want Ik weet, dat uw overtredingen menigvuldig, en uw zonden machtig vele zijn; zij benauwen den rechtvaardige, nemen zoengeld, en verstoten de nooddruftigen in de poort. " \\ [[commentaar:amos5-13|13 ]] "Daarom zal de verstandige te dier tijd zwijgen, want het zal een boze tijd zijn. " \\ [[commentaar:amos5-14|14 ]] "Zoekt het goede, en niet het boze, opdat gij leeft; en alzo zal de HEERE, de God der heirscharen, met ulieden zijn, gelijk als gij zegt. " \\ [[commentaar:amos5-15|15 ]] "Haat het boze, en hebt lief het goede, en bestelt het recht in de poort, misschien zal de HEERE, de God der heirscharen, aan Jozefs overblijfsel genadig zijn. " \\ [[commentaar:amos5-16|16 ]] "Daarom, zo zegt de HEERE, de God der heirscharen, de Heere: Op alle straten zal rouwklage zijn, en in alle wijken zullen zij zeggen: Och! och! en zullen den akkerman roepen tot treuren, en rouwklage zal zijn bij degenen, die verstand van kermen hebben. " \\ [[commentaar:amos5-17|17 ]] "Ja, in alle wijngaarden zal rouwklage zijn; want Ik zal door het midden van u doorgaan; zegt de HEERE. " \\ [[commentaar:amos5-18|18 ]] "Wee dien, die des HEEREN dag begeren! Waartoe toch zal ulieden de dag des HEEREN zijn? Hij zal duisternis wezen en geen licht. " \\ [[commentaar:amos5-19|19 ]] "Als wanneer iemand vlood voor het aangezicht eens leeuws, en hem ontmoette een beer; of dat hij kwam in een huis, en leunde met zijn hand aan den wand, en hem beet een slang. " \\ [[commentaar:amos5-20|20 ]] "Zal dan niet des HEEREN dag duisternis zijn, en geen licht? En donkerheid, zodat er geen glans aan zij? " \\ [[commentaar:amos5-21|21 ]] "Ik haat, Ik versmaad uw feesten, en Ik mag uw verbods dagen niet rieken. " \\ [[commentaar:amos5-22|22 ]] "Want ofschoon gij Mij brandofferen offert, mitsgaders uw spijsofferen, Ik heb er toch geen welgevallen aan; en het dankoffer van uw vette beesten mag Ik niet aanzien. " \\ [[commentaar:amos5-23|23 ]] Doe het getier uwer liederen van Mij weg; ook mag Ik uw luiten spel niet horen. \\ [[commentaar:amos5-24|24 ]] "Maar laat het oordeel zich daarhenen wenden als de wateren, en de gerechtigheid als een sterke beek. " \\ [[commentaar:amos5-25|25 ]] "Hebt gij Mij veertig jaren in de woestijn slachtofferen en spijsoffer toegebracht, o huis Israels? " \\ [[commentaar:amos5-26|26 ]] "Ja, gij droegt de tent van uw Melech, en den Kijun, uw beelden, de ster uws gods, dien gij uzelf hadt gemaakt. " \\ [[commentaar:amos5-27|27 ]] "Daarom zal Ik ulieden gevankelijk wegvoeren, ver boven Damaskus henen, zegt de HEERE, Wiens Naam is God der heirscharen. " ^ [[amos4| vorig hoofdstuk]] ^ [[amos6|volgend hoofdstuk]] ^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^