^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^ [[hooglied|Terug naar Boek index]] ^ ===== Hooglied 2 ===== \\ [[commentaar:hooglied2-1|1 ]] "Ik ben een Roos van Saron, een Lelie der dalen. " \\ [[commentaar:hooglied2-2|2 ]] "Gelijk een lelie onder de doornen, alzo is Mijn vriendin onder de dochteren. " \\ [[commentaar:hooglied2-3|3 ]] "Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste onder de zonen; ik heb groten lust in Zijn schaduw, en zit er onder, en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet. " \\ [[commentaar:hooglied2-4|4 ]] "Hij voert mij in het wijnhuis, en de liefde is Zijn banier over mij. " \\ [[commentaar:hooglied2-5|5 ]] "Ondersteunt gijlieden mij met de flessen, versterkt mij met de appelen, want ik ben krank van liefde. " \\ [[commentaar:hooglied2-6|6 ]] "Zijn linkerhand zij onder mijn hoofd, en Zijn rechterhand omhelze mij. " \\ [[commentaar:hooglied2-7|7 ]] "Ik bezweer u, gij, dochteren van Jeruzalem! die bij de reeen, of bij de hinden des velds zijt, dat gij die liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het dezelve luste! " \\ [[commentaar:hooglied2-8|8 ]] "Dat is de stem mijns Liefsten, ziet Hem, Hij komt, springende op de bergen, huppelende op de heuvelen! " \\ [[commentaar:hooglied2-9|9 ]] "Mijn Liefste is gelijk een ree, of een welp der herten; ziet, Hij staat achter onzen muur, kijkende uit de vensteren, blinkende uit de tralien. " \\ [[commentaar:hooglied2-10|10 ]] "Mijn Liefste antwoordt, en zegt tot mij: Sta op, Mijn vriendin, Mijn schone, en kom! " \\ [[commentaar:hooglied2-11|11 ]] "Want zie, de winter is voorbij, de plasregen is over, hij is overgegaan; " \\ [[commentaar:hooglied2-12|12 ]] "De bloemen worden gezien in het land, de zangtijd genaakt, en de stem der tortelduif wordt gehoord in ons land. " \\ [[commentaar:hooglied2-13|13 ]] "De vijgeboom brengt zijn jonge vijgjes voort, en de wijnstokken geven reuk met hun jonge druifjes. Sta op, Mijn vriendin! Mijn schone, en kom! " \\ [[commentaar:hooglied2-14|14 ]] "Mijn duive, zijnde in de kloven der steenrotsen, in het verborgene ener steile plaats, toon Mij uw gedaante, doe Mij uw stem horen; want uw stem is zoet, en uw gedaante is liefelijk. " \\ [[commentaar:hooglied2-15|15 ]] "Vangt gijlieden ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven, want onze wijngaarden hebben jonge druifjes. " \\ [[commentaar:hooglied2-16|16 ]] "Mijn Liefste is mijn, en ik ben Zijn, Die weidt onder de lelien, " \\ [[commentaar:hooglied2-17|17 ]] "Totdat de dag aankomt, en de schaduwen vlieden; keer om, mijn Liefste! wordt Gij gelijk een ree, of een welp der herten, op de bergen van Bether. " ^ [[hooglied1| vorig hoofdstuk]] ^ [[hooglied3|volgend hoofdstuk]] ^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^