^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^ [[hooglied|Terug naar Boek index]] ^ ===== Hooglied 4 ===== \\ [[commentaar:hooglied4-1|1 ]] "Zie, gij zijt schoon, Mijn vriendin! zie, gij zijt schoon; uw ogen zijn duiven ogen tussen uw vlechten; uw haar is als een kudde geiten, die het gras van den berg Gileads afscheren. " \\ [[commentaar:hooglied4-2|2 ]] "Uw tanden zijn als een kudde schapen, die geschoren zijn, die uit de wasstede opkomen; die al te zamen tweelingen voortbrengen, en geen onder hen is jongeloos. " \\ [[commentaar:hooglied4-3|3 ]] "Uw lippen zijn als een scharlaken snoer, en uw spraak is liefelijk; de slaap uws hoofds is als een stuk van een granaatappel tussen uw vlechten. " \\ [[commentaar:hooglied4-4|4 ]] "Uw hals is als Davids toren, die gebouwd is tot ophanging van wapentuig, waar duizend rondassen aan hangen, altemaal zijnde schilden der helden. " \\ [[commentaar:hooglied4-5|5 ]] "Uw twee borsten zijn gelijk twee welpen, tweelingen van een ree, die onder de lelien weiden. " \\ [[commentaar:hooglied4-6|6 ]] "Totdat de dag aankomt, en de schaduwen vlieden, zal Ik gaan tot den mirreberg, en tot den wierookheuvel. " \\ [[commentaar:hooglied4-7|7 ]] "Geheel zijt gij schoon, Mijn vriendin, en er is geen gebrek aan u. " \\ [[commentaar:hooglied4-8|8 ]] "Bij Mij van den Libanon af, o bruid! kom bij Mij van den Libanon af; zie van den top van Amana, van den top van Senir en van Hermon, van de woningen der leeuwinnen, van de bergen der luipaarden. " \\ [[commentaar:hooglied4-9|9 ]] "Gij hebt Mij het hart genomen, Mijn zuster, o bruid! gij hebt Mij het hart genomen, met een van uw ogen, met een keten van uw hals. " \\ [[commentaar:hooglied4-10|10 ]] "Hoe schoon is uw uitnemende liefde, Mijn zuster, o bruid! hoeveel beter is uw uitnemende liefde dan wijn, en de reuk uwer olien dan alle specerijen! " \\ [[commentaar:hooglied4-11|11 ]] "Uw lippen, o bruid! druppen van honigzeem; honig en melk is onder uw tong, en de reuk uwer klederen is als de reuk van Libanon. " \\ [[commentaar:hooglied4-12|12 ]] "Mijn zuster, o bruid! gij zijt een besloten hof, een besloten wel, een verzegelde fontein. " \\ [[commentaar:hooglied4-13|13 ]] "Uw scheuten zijn een paradijs van granaatappelen, met edele vruchten, cyprus met nardus; " \\ [[commentaar:hooglied4-14|14 ]] "Nardus en saffraan, kalmus en kaneel, met allerlei bomen van wierook, mirre en aloe, mitsgaders alle voornaamste specerijen. " \\ [[commentaar:hooglied4-15|15 ]] "O fontein der hoven, put der levende wateren, die uit Libanon vloeien! " \\ [[commentaar:hooglied4-16|16 ]] "Ontwaak, noordenwind! en kom, Gij zuidenwind! doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten! " ^ [[hooglied3| vorig hoofdstuk]] ^ [[hooglied5|volgend hoofdstuk]] ^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^