^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^ [[hooglied|Terug naar Boek index]] ^ ===== Hooglied 6 ===== \\ [[commentaar:hooglied6-1|1 ]] "Waar is uw Liefste heengegaan, o gij schoonste onder de vrouwen? Waarheen heeft uw Liefste het aangezicht gewend, opdat wij Hem met u zoeken? " \\ [[commentaar:hooglied6-2|2 ]] "Mijn Liefste is afgegaan in Zijn hof, tot de specerijbedden, om te weiden in de hoven, en om de lelien te verzamelen. " \\ [[commentaar:hooglied6-3|3 ]] "Ik ben mijns Liefsten, en mijn Liefste is mijn, Die onder de lelien weidt. " \\ [[commentaar:hooglied6-4|4 ]] "Gij zijt schoon, Mijn vriendin, gelijk Thirza, liefelijk als Jeruzalem, schrikkelijk als slagorden met banieren. " \\ [[commentaar:hooglied6-5|5 ]] "Wend uw ogen van Mij af, want zij doen Mij geweld aan; uw haar is als een kudde geiten, die het gras van Gilead afscheren. " \\ [[commentaar:hooglied6-6|6 ]] "Uw tanden zijn als een kudde schapen, die uit de wasstede opkomen, die al te zamen tweelingen voortbrengen, en onder dezelve is geen jongeloos. " \\ [[commentaar:hooglied6-7|7 ]] Uw wangen zijn als een stuk van een granaatappel tussen uw vlechten. \\ [[commentaar:hooglied6-8|8 ]] "Er zijn zestig koninginnen en tachtig bijwijven, en maagden zonder getal. " \\ [[commentaar:hooglied6-9|9 ]] "Een enige is Mijn duive, Mijn volmaakte, de enige harer moeder, zij is de zuivere dergenen, die haar gebaard heeft; als de dochters haar zien, zo zullen zij haar welgelukzalig roemen, de koninginnen en de bijwijven; en zij zullen haar prijzen. " \\ [[commentaar:hooglied6-10|10 ]] "Wie is zij, die er uitziet als de dageraad, schoon, gelijk de maan, zuiver als de zon, schrikkelijk als slagorden met banieren? " \\ [[commentaar:hooglied6-11|11 ]] "Ik ben tot den notenhof afgegaan om de groene vruchten der vallei te zien; om te zien, of de wijnstok bloeide, de granaatbomen uitbotten. " \\ [[commentaar:hooglied6-12|12 ]] "Eer ik het wist, zette mij mijn ziel op de wagens van mijn vrijwillig volk. " \\ [[commentaar:hooglied6-13|13 ]] "Keer weder, keer weder, o Sulammith! Keer weder, keer weder, dat wij u mogen aanzien. Wat ziet gijlieden de Sulammith aan? Zij is als een rei van twee heiren. " ^ [[hooglied5| vorig hoofdstuk]] ^ [[hooglied7|volgend hoofdstuk]] ^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^