^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^ [[hosea|Terug naar Boek index]] ^ ===== Hosea 11 ===== \\ [[commentaar:hosea11-1|1 ]] "Als Israel een kind was, toen heb Ik hem liefgehad, en Ik heb Mijn zoon uit Egypte uitgeroepen. " \\ [[commentaar:hosea11-2|2 ]] "Maar gelijk zij henlieden riepen, alzo gingen zij van hun aangezicht weg; zij offerden den Baals, en rookten den gesnedenen beelden. " \\ [[commentaar:hosea11-3|3 ]] "Ik nochtans leerde Efraim gaan; Hij nam ze op Zijn armen, maar zij bekenden niet, dat Ik ze genas. " \\ [[commentaar:hosea11-4|4 ]] "Ik trok ze met mensenzelen, met touwen der liefde, en was hun, als degenen, die het juk van op hun kinnebakken oplichten, en Ik reikte hem voeder toe. " \\ [[commentaar:hosea11-5|5 ]] "Hij zal in Egypteland niet wederkeren; maar Assur, die zal zijn koning zijn; omdat zij zich weigerden te bekeren. " \\ [[commentaar:hosea11-6|6 ]] "En het zwaard zal in zijn steden blijven, en zijn grendelen verteren, en opeten, vanwege hun beraadslagingen. " \\ [[commentaar:hosea11-7|7 ]] "Want Mijn volk blijft hangen aan de afkering van Mij; zij roepen het wel tot den Allerhoogste, maar niet een verhoogt Hem. " \\ [[commentaar:hosea11-8|8 ]] "Hoe zou Ik u overgeven, o Efraim? u overleveren, o Israel? Hoe zou Ik u maken als Adama, u stellen als Zeboim? Mijn hart is in Mij omgekeerd, al Mijn berouw is te zamen ontstoken. " \\ [[commentaar:hosea11-9|9 ]] "Ik zal de hittigheid Mijns toorns niet uitvoeren; Ik zal niet wederkeren om Efraim te verderven; want Ik ben God en geen mens, de Heilige in het midden van u, en Ik zal in de stad niet komen. " \\ [[commentaar:hosea11-10|10 ]] "Zij zullen den HEERE achterna wandelen, Hij zal brullen als een leeuw, wanneer Hij brullen zal, dan zullen de kinderen van de zee af al bevende aankomen. " \\ [[commentaar:hosea11-11|11 ]] "Zij zullen bevende aankomen als een vogeltje uit Egypte, en als een duif uit het land van Assur; en Ik zal hen doen wonen in hun huizen, spreekt de HEERE. " \\ [[commentaar:hosea11-12|12 ]] " Die van Efraim hebben Mij omsingeld met leugen, en het huis Israels met bedrog; maar Juda heerste nog met God, en was met de heiligen getrouw. " ^ [[hosea10| vorig hoofdstuk]] ^ [[hosea12|volgend hoofdstuk]] ^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^