^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^ [[job|Terug naar Boek index]] ^ ===== Job 36 ===== \\ [[commentaar:job36-1|1 ]] "Elihu ging nog voort, en zeide: " \\ [[commentaar:job36-2|2 ]] "Verbeid mij een weinig, en ik zal u aanwijzen, dat er nog redenen voor God zijn. " \\ [[commentaar:job36-3|3 ]] "Ik zal mijn gevoelen van verre ophalen, en mijn Schepper gerechtigheid toewijzen. " \\ [[commentaar:job36-4|4 ]] "Want voorwaar, mijn woorden zullen geen valsheid zijn; een, die oprecht is van gevoelen, is bij u. " \\ [[commentaar:job36-5|5 ]] "Zie, God is geweldig, nochtans versmaadt Hij niet; geweldig is Hij in kracht des harten. " \\ [[commentaar:job36-6|6 ]] "Hij laat den goddeloze niet leven, en het recht der ellendigen beschikt Hij. " \\ [[commentaar:job36-7|7 ]] "Hij onttrekt Zijn ogen niet van den rechtvaardige, maar met de koningen zijn zij in den troon; daar zet Hij hen voor altoos, en zij worden verheven. " \\ [[commentaar:job36-8|8 ]] "En zo zij, gebonden zijnde in boeien, vast gehouden worden met banden der ellende; " \\ [[commentaar:job36-9|9 ]] "Dan geeft Hij hun hun werk te kennen, en hun overtredingen, omdat zij de overhand genomen hebben; " \\ [[commentaar:job36-10|10 ]] "En Hij openbaart het voor hunlieder oor ter tucht, en zegt, dat zij zich van de ongerechtigheid bekeren zouden. " \\ [[commentaar:job36-11|11 ]] "Indien zij horen, en Hem dienen, zo zullen zij hun dagen eindigen in het goede, en hun jaren in liefelijkheden. " \\ [[commentaar:job36-12|12 ]] "Maar zo zij niet horen, zo gaan zij door het zwaard door, en zij geven den geest zonder kennis. " \\ [[commentaar:job36-13|13 ]] "En die met het hart huichelachtig zijn, leggen toorn op; zij roepen niet, als Hij hen gebonden heeft. " \\ [[commentaar:job36-14|14 ]] "Hun ziel zal in de jonkheid sterven, en hun leven onder de schandjongens. " \\ [[commentaar:job36-15|15 ]] "Hij zal den ellendige in zijn ellende vrijmaken, en in de onderdrukking zal Hij het voor hunlieder oor openbaren. " \\ [[commentaar:job36-16|16 ]] "Alzo zou Hij ook u afgekeerd hebben van den mond des angstes tot de ruimte, onder dewelke geen benauwing zou geweest zijn; en het gerecht uwer tafel zou vol vettigheid geweest zijn. " \\ [[commentaar:job36-17|17 ]] Maar gij hebt het gericht des goddelozen vervuld; het gericht en het recht houden u vast. \\ [[commentaar:job36-18|18 ]] "Omdat er grimmigheid is, wacht u, dat Hij u misschien niet met een klop wegstote; zodat u een groot rantsoen er niet zou afbrengen. " \\ [[commentaar:job36-19|19 ]] "Zou Hij uw rijkdom achten, dat gij niet in benauwdheid zoudt zijn; of enige versterkingen van kracht? " \\ [[commentaar:job36-20|20 ]] "Haak niet naar dien nacht, als de volken van hun plaats opgenomen worden. " \\ [[commentaar:job36-21|21 ]] "Wacht u, wend u niet tot ongerechtigheid; overmits gij ze in dezen verkoren heb, uit oorzake van de ellende. " \\ [[commentaar:job36-22|22 ]] "Zie, God verhoogt door Zijn kracht; wie is een Leraar, gelijk Hij? " \\ [[commentaar:job36-23|23 ]] Wie heeft Hem gesteld over Zijn weg? Of wie heeft gezegd: Gij hebt onrecht gedaan? \\ [[commentaar:job36-24|24 ]] "Gedenk, dat gij Zijn werk groot maakt, hetwelk de lieden aanschouwen. " \\ [[commentaar:job36-25|25 ]] Alle mensen zien het aan; de mens schouwt het van verre. \\ [[commentaar:job36-26|26 ]] "Zie, God is groot, en wij begrijpen het niet; er is ook geen onderzoeking van het getal Zijner jaren. " \\ [[commentaar:job36-27|27 ]] "Want Hij trekt de druppelen der wateren op, die den regen na zijn damp uitgieten; " \\ [[commentaar:job36-28|28 ]] "Welke de wolken uitgieten, en over den mens overvloediglijk afdruipen. " \\ [[commentaar:job36-29|29 ]] "Kan men ook verstaan de uitbreidingen der wolken, en de krakingen Zijner hutte? " \\ [[commentaar:job36-30|30 ]] "Zie, Hij breidt over hem Zijn licht uit, en de wortelen der zee bedekt Hij. " \\ [[commentaar:job36-31|31 ]] Want daardoor richt Hij de volken; Hij geeft spijze ten overvloede. \\ [[commentaar:job36-32|32 ]] "Met handen bedekt Hij het licht, en doet aan hetzelve verbod door dengene, die tussen doorkomt. " \\ [[commentaar:job36-33|33 ]] "Daarvan verkondigt Zijn geklater, en het vee; ook van den opgaanden damp " ^ [[job35| vorig hoofdstuk]] ^ [[job37|volgend hoofdstuk]] ^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^