^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^ [[job|Terug naar Boek index]] ^ ===== Job 5 ===== \\ [[commentaar:job5-1|1 ]] "Roep nu, zal er iemand zijn, die u antwoorde? En tot wien van de heiligen zult gij u keren? " \\ [[commentaar:job5-2|2 ]] "Want den dwaze brengt de toornigheid om, en de ijver doodt den slechte. " \\ [[commentaar:job5-3|3 ]] Ik heb gezien een dwaas wortelende; doch terstond vervloekte ik zijn woning. \\ [[commentaar:job5-4|4 ]] "Verre waren zijn zonen van heil; en zij werden verbrijzeld in de poort, en er was geen verlosser. " \\ [[commentaar:job5-5|5 ]] "Wiens oogst de hongerige verteerde, dien hij ook tot uit de doornen gehaald had; de struikrover slokte hun vermogen in. " \\ [[commentaar:job5-6|6 ]] "Want uit het stof komt het verdriet niet voort, en de moeite spruit niet uit de aarde; " \\ [[commentaar:job5-7|7 ]] Maar de mens wordt tot moeite geboren; gelijk de spranken der vurige kolen zich verheffen tot vliegen. \\ [[commentaar:job5-8|8 ]] "Doch ik zou naar God zoeken, en tot God mijn aanspraak richten; " \\ [[commentaar:job5-9|9 ]] "Die grote dingen doet, die men niet doorzoeken kan; wonderen, die men niet tellen kan; " \\ [[commentaar:job5-10|10 ]] "Die den regen geeft op de aarde, en water zendt op de straten; " \\ [[commentaar:job5-11|11 ]] Om de vernederden te stellen in het hoge; dat de rouwdragenden door heil verheven worden. \\ [[commentaar:job5-12|12 ]] Hij maakt te niet de gedachten der arglistigen; dat hun handen niet een ding uitrichten. \\ [[commentaar:job5-13|13 ]] Hij vangt de wijzen in hun arglistigheid; dat de raad der verdraaiden gestort wordt. \\ [[commentaar:job5-14|14 ]] "Des daags ontmoeten zij de duisternis, en gelijk des nachts tasten zij in de middag. " \\ [[commentaar:job5-15|15 ]] "Maar Hij verlost den behoeftige van het zwaard, van hun mond, en van de hand des sterken. " \\ [[commentaar:job5-16|16 ]] Zo is voor den arme verwachting; en de boosheid stopt haar mond toe. \\ [[commentaar:job5-17|17 ]] "Zie, gelukzalig is de mens, denwelken God straft; daarom verwerp de kastijding des Almachtigen niet. " \\ [[commentaar:job5-18|18 ]] "Want Hij doet smart aan, en Hij verbindt; Hij doorwondt, en Zijn handen helen. " \\ [[commentaar:job5-19|19 ]] "In zes benauwdheden zal Hij u verlossen, en in de zevende zal u het kwaad niet aanroeren. " \\ [[commentaar:job5-20|20 ]] "In den honger zal Hij u verlossen van den dood, en in den oorlog van het geweld des zwaards. " \\ [[commentaar:job5-21|21 ]] "Tegen den gesel der tong zult gij verborgen wezen, en gij zult niet vrezen voor de verwoesting, als zij komt. " \\ [[commentaar:job5-22|22 ]] "Tegen de verwoesting en tegen den honger zult gij lachen, en voor het gedierte der aarde zult gij niet vrezen. " \\ [[commentaar:job5-23|23 ]] "Want met de stenen des velds zal uw verbond zijn, en het gedierte des velds zal met u bevredigd zijn. " \\ [[commentaar:job5-24|24 ]] "En gij zult bevinden, dat uw tent in vrede is; en gij zult uw woning verzorgen, en zult niet feilen. " \\ [[commentaar:job5-25|25 ]] "Ook zult gij bevinden, dat uw zaad menigvuldig wezen zal, en uw spruiten als het kruid der aarde. " \\ [[commentaar:job5-26|26 ]] "Gij zult in ouderdom ten grave komen, gelijk de korenhoop te zijner tijd opgevoerd wordt. " \\ [[commentaar:job5-27|27 ]] "Zie dit, wij hebben het doorzocht, het is alzo; hoor het, en bemerk gij het voor u. " ^ [[job4| vorig hoofdstuk]] ^ [[job6|volgend hoofdstuk]] ^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^