^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^ [[numeri|Terug naar Boek index]] ^ ===== Numeri 17 ===== \\ [[commentaar:numeri17-1|1 ]] "Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: " \\ [[commentaar:numeri17-2|2 ]] "Spreek tot de kinderen Israels, en neem van hen voor elk vaderlijk huis een staf, van al hun oversten, naar het huis hunner vaderen, twaalf staven; eens iegelijken naam zult gij schrijven op zijn staf. " \\ [[commentaar:numeri17-3|3 ]] Doch Aarons naam zult gij schrijven op den staf van Levi; want een staf zal er zijn voor het hoofd van het huis hunner vaderen. \\ [[commentaar:numeri17-4|4 ]] "En gij zult ze wegleggen in de tent der samenkomst, voor de getuigenis, waarheen Ik met ulieden samenkomen zal. " \\ [[commentaar:numeri17-5|5 ]] "En het zal geschieden, dat de staf des mans, welke Ik zal verkoren hebben, zal bloeien; en Ik zal stillen de murmureringen van de kinderen Israels tegen Mij, welke zij tegen ulieden murmureerden. " \\ [[commentaar:numeri17-6|6 ]] "Mozes dan sprak tot de kinderen Israels, en al hun oversten gaven aan hem een staf, voor elken overste een staf, naar het huis hunner vaderen, twaalf staven; Aarons staf was ook onder hun staven. " \\ [[commentaar:numeri17-7|7 ]] "En Mozes legde deze staven weg, voor het aangezicht des HEEREN, in de tent der getuigenis. " \\ [[commentaar:numeri17-8|8 ]] "Het geschiedde nu des anderen daags, dat Mozes in de tent der getuigenis inging; en ziet, Aarons staf, voor het huis van Levi, bloeide; want hij bracht bloeisel voort, en bloesemde bloesem, en droeg amandelen. " \\ [[commentaar:numeri17-9|9 ]] "Toen bracht Mozes al deze staven uit, van voor het aangezicht des HEEREN, tot al de kinderen Israels; en zij zagen het, en namen elk zijn staf. " \\ [[commentaar:numeri17-10|10 ]] "Toen zeide de HEERE tot Mozes: Breng de staf van Aaron weder voor de getuigenis, in bewaring, tot een teken voor de wederspannige kinderen; alzo zult gij een einde maken van hun murmureringen tegen Mij, dat zij niet sterven. " \\ [[commentaar:numeri17-11|11 ]] "En Mozes deed het; gelijk als de HEERE hem geboden had, alzo deed hij. " \\ [[commentaar:numeri17-12|12 ]] "Toen spraken de kinderen Israels tot Mozes, zeggende: Zie, wij geven den geest, wij vergaan, wij allen vergaan! " \\ [[commentaar:numeri17-13|13 ]] "Al wie enigzins nadert tot den tabernakel des HEEREN, zal sterven; zullen wij dan den geest gevende verdaan worden? " ^ [[numeri16| vorig hoofdstuk]] ^ [[numeri18|volgend hoofdstuk]] ^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^