^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^ [[numeri|Terug naar Boek index]] ^ ===== Numeri 24 ===== \\ [[commentaar:numeri24-1|1 ]] "Toen Bileam zag, dat het goed was in de ogen des HEEREN, dat hij Israel zegende, zo ging hij ditmaal niet heen, gelijk meermalen, tot de toverijen; maar hij stelde zijn aangezicht naar de woestijn. " \\ [[commentaar:numeri24-2|2 ]] "Als Bileam zijn ogen ophief, en Israel zag, wonende naar zijn stammen, zo was de Geest van God op hem. " \\ [[commentaar:numeri24-3|3 ]] "En hij hief zijn spreuk op, en zeide: Bileam, de zoon van Beor, spreekt, en de man, wien de ogen geopend zijn, spreekt! " \\ [[commentaar:numeri24-4|4 ]] "De hoorder der redenen Gods spreekt, die het gezicht des Almachtigen ziet; die verrukt wordt, en wien de ogen ontdekt worden! " \\ [[commentaar:numeri24-5|5 ]] "Hoe goed zijn uw tenten, Jakob! uw woningen, Israel! " \\ [[commentaar:numeri24-6|6 ]] "Gelijk de beken breiden zij zich uit, als de hoven aan de rivieren; de HEERE heeft ze geplant, als de sandelbomen, als de cederbomen aan het water. " \\ [[commentaar:numeri24-7|7 ]] "Er zal water uit zijn emmeren vloeien, en zijn zaad zal in vele wateren zijn; en zijn koning zal boven Agag verheven worden, en zijn koninkrijk zal verhoogd worden. " \\ [[commentaar:numeri24-8|8 ]] "God heeft hem uit Egypte uitgevoerd; zijn krachten zijn als van een eenhoorn; hij zal de heidenen, zijn vijanden, verteren, en hun gebeente breken, en met zijn pijlen doorschieten. " \\ [[commentaar:numeri24-9|9 ]] "Hij heeft zich gekromd, hij heeft zich nedergelegd, gelijk een leeuw, en als een oude leeuw; wie zal hem doen opstaan? Zo wie u zegent, die zij gezegend, en vervloekt zij, wie u vervloekt! " \\ [[commentaar:numeri24-10|10 ]] "Toen ontstak de toorn van Balak tegen Bileam, en hij sloeg zijn handen samen; en Balak zeide tot Bileam: Ik heb u geroepen, om mijn vijanden te vloeken; maar zie, gij hebt hen nu driemaal gedurig gezegend! " \\ [[commentaar:numeri24-11|11 ]] "En nu, pak u weg naar uw plaats! Ik had gezegd, dat ik u hoog vereren zou; maar zie, de HEERE heeft u die eer van u geweerd! " \\ [[commentaar:numeri24-12|12 ]] "Toen zeide Bileam tot Balak: Heb ik ook niet tot uw boden, die gij tot mij gezonden hebt, gesproken, zeggende: " \\ [[commentaar:numeri24-13|13 ]] "Wanneer mij Balak zijn huis vol zilver en goud gave, zo kan ik het bevel des HEEREN niet overtreden, doende goed of kwaad uit mijn eigen hart; wat de HEERE spreken zal, dat zal ik spreken. " \\ [[commentaar:numeri24-14|14 ]] "En nu, zie, ik ga tot mijn volk; kom, ik zal u raad geven, en zeggen wat dit volk uw volk doen zal in de laatste dagen. " \\ [[commentaar:numeri24-15|15 ]] "Toen hief hij zijn spreuk op, en zeide: Bileam, de zoon van Beor, spreekt, en die man, wien de ogen geopend zijn, spreekt! " \\ [[commentaar:numeri24-16|16 ]] "De hoorder der redenen Gods spreekt, en die de wetenschap des Allerhoogsten weet; die het gezicht des Almachtigen ziet, die verrukt wordt, en wien de ogen ontdekt worden. " \\ [[commentaar:numeri24-17|17 ]] "Ik zal hem zien, maar nu niet; ik aanschouw Hem, maar niet nabij. Er zal een ster voortkomen uit Jakob, en er zal een scepter uit Israel opkomen; die zal de palen der Moabieten verslaan, en zal al de kinderen van Seth verstoren. " \\ [[commentaar:numeri24-18|18 ]] En Edom zal een erfelijke bezitting zijn; en Seir zal zijn vijanden een erfelijke bezitting zijn; doch Israel zal kracht doen. \\ [[commentaar:numeri24-19|19 ]] "En er zal een uit Jakob heersen, en hij zal de overigen uit de steden ombrengen. " \\ [[commentaar:numeri24-20|20 ]] "Toen hij de Amalekieten zag, zo hief hij zijn spreuk op, en zeide: Amalek is de eersteling der heidenen; maar zijn uiterste is ten verderve! " \\ [[commentaar:numeri24-21|21 ]] "Toen hij de Kenieten zag, zo hief hij zijn spreuk op, en zeide: Uw woning is vast, en gij hebt uw nest in een steenrots gelegd. " \\ [[commentaar:numeri24-22|22 ]] "Evenwel zal Kain verteerd worden, totdat u Assur gevankelijk wegvoeren zal! " \\ [[commentaar:numeri24-23|23 ]] "Voorts hief hij zijn spreuk op, en zeide: Och, wie zal leven, als God dit doen zal! " \\ [[commentaar:numeri24-24|24 ]] "En de schepen van den oever der Chitteers, die zullen Assur plagen, zij zullen ook Heber plagen; en hij zal ook ten verderve zijn. " \\ [[commentaar:numeri24-25|25 ]] "Toen stond Bileam op, en ging heen, en keerde weder tot zijn plaats. Balak ging ook zijn weg. " ^ [[numeri23| vorig hoofdstuk]] ^ [[numeri25|volgend hoofdstuk]] ^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^