^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^ [[psalmen|Terug naar Boek index]] ^ ===== Psalmen 104 ===== \\ [[commentaar:psalmen104-1|1 ]] "Loof den HEERE, mijn ziel! O HEERE, mijn God! Gij zijt zeer groot, Gij zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid. " \\ [[commentaar:psalmen104-2|2 ]] "Hij bedekt Zich met het licht, als met een kleed; Hij rekt den hemel uit als een gordijn. " \\ [[commentaar:psalmen104-3|3 ]] "Die Zijn opperzalen zoldert in de wateren, Die van de wolken Zijn wagen maakt, Die op de vleugelen des winds wandelt. " \\ [[commentaar:psalmen104-4|4 ]] "Hij maakt Zijn engelen geesten, Zijn dienaars tot een vlammend vuur. " \\ [[commentaar:psalmen104-5|5 ]] Hij heeft de aarde gegrond op haar grondvesten; zij zal nimmermeer noch eeuwiglijk wankelen. \\ [[commentaar:psalmen104-6|6 ]] Gij hadt ze met den afgrond als een kleed overdekt; de wateren stonden boven de bergen. \\ [[commentaar:psalmen104-7|7 ]] "Van Uw schelden vloden zij, zij haastten zich weg voor de stem Uws donders. " \\ [[commentaar:psalmen104-8|8 ]] "De bergen rezen op, de dalen daalden, ter plaatse, die Gij voor hen gegrond hadt. " \\ [[commentaar:psalmen104-9|9 ]] "Gij hebt een paal gesteld, dien zij niet overgaan zullen; zij zullen de aarde niet weder bedekken. " \\ [[commentaar:psalmen104-10|10 ]] "Die de fonteinen uitzendt door de dalen, dat zij tussen de gebergten henen wandelen. " \\ [[commentaar:psalmen104-11|11 ]] Zij drenken al het gedierte des velds; de woudezels breken er hun dorst mede. \\ [[commentaar:psalmen104-12|12 ]] "Bij dezelve woont het gevogelte des hemels, een stem gevende van tussen de takken. " \\ [[commentaar:psalmen104-13|13 ]] Hij drenkt de bergen uit Zijn opperzalen; de aarde wordt verzadigd van de vrucht Uwer werken. \\ [[commentaar:psalmen104-14|14 ]] "Hij doet het gras uitspruiten voor de beesten, en het kruid tot dienst des mensen, doende het brood uit de aarde voortkomen. " \\ [[commentaar:psalmen104-15|15 ]] "En den wijn, die het hart des mensen verheugt, doende het aangezicht blinken van olie; en het brood, dat het hart des mensen sterkt. " \\ [[commentaar:psalmen104-16|16 ]] "De bomen des HEEREN worden verzadigd, de cederbomen van Libanon, die Hij geplant heeft; " \\ [[commentaar:psalmen104-17|17 ]] Alwaar de vogeltjes nestelen; des ooievaars huis zijn de dennebomen. \\ [[commentaar:psalmen104-18|18 ]] De hoge bergen zijn voor de steenbokken; de steenrotsen zijn een vertrek voor de konijnen. \\ [[commentaar:psalmen104-19|19 ]] "Hij heeft de maan gemaakt tot de gezette tijden, de zon weet haar ondergang. " \\ [[commentaar:psalmen104-20|20 ]] "Gij beschikt de duisternis, en het wordt nacht, in denwelken al het gedierte des wouds uittreedt: " \\ [[commentaar:psalmen104-21|21 ]] "De jonge leeuwen, briesende om een roof, en om hun spijs van God te zoeken. " \\ [[commentaar:psalmen104-22|22 ]] "De zon opgaande, maken zij zich weg, en liggen neder in hun holen. " \\ [[commentaar:psalmen104-23|23 ]] "De mens gaat dan uit tot zijn werk, en naar zijn arbeid tot den avond toe. " \\ [[commentaar:psalmen104-24|24 ]] "Hoe groot zijn Uw werken, o HEERE! Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt; het aardrijk is vol van Uw goederen. " \\ [[commentaar:psalmen104-25|25 ]] "Deze zee, die groot en wijd van ruimte is, daarin is het wriemelende gedierte, en dat zonder getal, kleine gedierten met grote. " \\ [[commentaar:psalmen104-26|26 ]] "Daar wandelen de schepen, en de Leviathan, dien Gij geformeerd hebt, om daarin te spelen. " \\ [[commentaar:psalmen104-27|27 ]] "Zij allen wachten op U, dat Gij hun hun spijze geeft te zijner tijd. " \\ [[commentaar:psalmen104-28|28 ]] "Geeft Gij ze hun, zij vergaderen ze; doet Gij Uw hand open, zij worden met goed verzadigd. " \\ [[commentaar:psalmen104-29|29 ]] "Verbergt Gij Uw aangezicht, zij worden verschrikt; neemt Gij hun adem weg, zij sterven, en zij keren weder tot hun stof. " \\ [[commentaar:psalmen104-30|30 ]] "Zendt Gij Uw Geest uit, zo worden zij geschapen, en Gij vernieuwt het gelaat des aardrijks. " \\ [[commentaar:psalmen104-31|31 ]] De heerlijkheid des HEEREN zij tot in der eeuwigheid; de HEERE verblijde Zich in Zijn werken. \\ [[commentaar:psalmen104-32|32 ]] "Als Hij de aarde aanschouwt, zo beeft zij; als Hij de bergen aanroert, zo roken zij. " \\ [[commentaar:psalmen104-33|33 ]] "Ik zal den HEERE zingen in mijn leven; ik zal mijn God psalmzingen, terwijl ik nog ben. " \\ [[commentaar:psalmen104-34|34 ]] Mijn overdenking van Hem zal zoet zijn; ik zal mij in den HEERE verblijden. \\ [[commentaar:psalmen104-35|35 ]] "De zondaars zullen van de aarde verdaan worden, en de goddelozen zullen niet meer zijn. Loof den HEERE, mijn ziel! Hallelujah! " ^ [[psalmen103| vorig hoofdstuk]] ^ [[psalmen105|volgend hoofdstuk]] ^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^