^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^ [[psalmen|Terug naar Boek index]] ^ ===== Psalmen 112 ===== \\ [[commentaar:psalmen112-1|1 ]] "Hallelujah! Aleph. Welgelukzalig is de man, die den HEERE vreest; Beth. die groten lust heeft in Zijn geboden. " \\ [[commentaar:psalmen112-2|2 ]] Gimel. Zijn zaad zal geweldig zijn op aarde; Daleth. het geslacht der oprechten zal gezegend worden. \\ [[commentaar:psalmen112-3|3 ]] He. In zijn huis zal have en rijkdom wezen; Vau. en zijn gerechtigheid bestaat in eeuwigheid. \\ [[commentaar:psalmen112-4|4 ]] "Zain. Den oprechten gaat het licht op in de duisternis; Cheth. Hij is genadig, en barmhartig, en rechtvaardig. " \\ [[commentaar:psalmen112-5|5 ]] "Teth. Wel dien man, die zich ontfermt en uitleent; Jod. hij beschikt zijn zaken met recht. " \\ [[commentaar:psalmen112-6|6 ]] "Caph. Zekerlijk, hij zal in der eeuwigheid niet wankelen; Lamed. de rechtvaardige zal in eeuwige gedachtenis zijn. " \\ [[commentaar:psalmen112-7|7 ]] "Mem. Hij zal voor geen kwaad gerucht vrezen; Nun. zijn hart is vast, betrouwende op den HEERE. " \\ [[commentaar:psalmen112-8|8 ]] "Samech. Zijn hart, wel ondersteund zijnde, zal niet vrezen; Ain. totdat hij op zijn wederpartijen zie. " \\ [[commentaar:psalmen112-9|9 ]] "Pe. Hij strooit uit, hij geeft den nooddruftige; Tsade. zijn gerechtigheid bestaat in eeuwigheid; Koph. zijn hoorn zal verhoogd worden in eer. " \\ [[commentaar:psalmen112-10|10 ]] "Resch. De goddeloze zal het zien, en hij zal zich vertoornen; Schin. hij zal met zijn tanden knersen en smelten. Thau. de wens der goddelozen zal vergaan. " ^ [[psalmen111| vorig hoofdstuk]] ^ [[psalmen113|volgend hoofdstuk]] ^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^