^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^ [[psalmen|Terug naar Boek index]] ^ ===== Psalmen 137 ===== \\ [[commentaar:psalmen137-1|1 ]] "Aan de rivieren van Babel, daar zaten wij, ook weenden wij, als wij gedachten aan Sion. " \\ [[commentaar:psalmen137-2|2 ]] "Wij hebben onze harpen gehangen aan de wilgen, die daarin zijn. " \\ [[commentaar:psalmen137-3|3 ]] "Als zij, die ons aldaar gevangen hielden, de woorden eens lieds van ons begeerden, en zij, die ons overhoop geworpen hadden, vreugd, zeggende: Zingt ons een van de liederen Sions; " \\ [[commentaar:psalmen137-4|4 ]] Wij zeiden: Hoe zouden wij een lied des HEEREN zingen in een vreemd land? \\ [[commentaar:psalmen137-5|5 ]] "Indien ik u vergeet, o Jeruzalem! zo vergete mijn rechterhand zichzelve! " \\ [[commentaar:psalmen137-6|6 ]] "Mijn tong kleve aan mijn gehemelte, zo ik aan u niet gedenke, zo ik Jeruzalem niet verheffe boven het hoogste mijner blijdschap! " \\ [[commentaar:psalmen137-7|7 ]] "HEERE! gedenk aan de kinderen van Edom, aan den dag van Jeruzalem; die daar zeiden: Ontbloot ze, ontbloot ze, tot haar fondament toe! " \\ [[commentaar:psalmen137-8|8 ]] "O dochter van Babel! die verwoest zult worden, welgelukzalig zal hij zijn, die u uw misdaad vergelden zal, die gij aan ons misdaan hebt. " \\ [[commentaar:psalmen137-9|9 ]] "Welgelukzalig zal hij zijn, die uw kinderkens grijpen, en aan de steenrots verpletteren zal. " ^ [[psalmen136| vorig hoofdstuk]] ^ [[psalmen138|volgend hoofdstuk]] ^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^