^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^ [[spreuken|Terug naar Boek index]] ^ ===== Spreuken 13 ===== \\ [[commentaar:spreuken13-1|1 ]] Een wijs zoon hoort de tucht des vaders; maar een spotter hoort de bestraffing niet. \\ [[commentaar:spreuken13-2|2 ]] Een ieder zal van de vrucht des monds het goede eten; maar de ziel der trouwelozen het geweld. \\ [[commentaar:spreuken13-3|3 ]] "Die zijn mond bewaart, behoudt zijn ziel; maar voor hem is verstoring, die zijn lippen wijd opendoet. " \\ [[commentaar:spreuken13-4|4 ]] "De ziel des luiaards is begerig, doch er is niets; maar de ziel der vlijtigen zal vet gemaakt worden. " \\ [[commentaar:spreuken13-5|5 ]] "De rechtvaardige haat leugentaal; maar de goddeloze maakt zich stinkende, en doet zich schaamte aan. " \\ [[commentaar:spreuken13-6|6 ]] De gerechtigheid bewaart den oprechte van weg; maar de goddeloosheid zal den zondaar omkeren. \\ [[commentaar:spreuken13-7|7 ]] "Er is een, die zichzelven rijk maakt, en niet met al heeft, en een, die zichzelven arm maakt, en heeft veel goed. " \\ [[commentaar:spreuken13-8|8 ]] Het rantsoen van ieders ziel is zijn rijkdom; maar de arme hoort het schelden niet. \\ [[commentaar:spreuken13-9|9 ]] Het licht der rechtvaardigen zal zich verblijden; maar de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden. \\ [[commentaar:spreuken13-10|10 ]] Door hovaardigheid maakt men niet dan gekijf; maar bij de beradenen is wijsheid. \\ [[commentaar:spreuken13-11|11 ]] "Goed, van ijdelheid gekomen, zal verminderd worden; maar die met de hand vergadert, zal het vermeerderen. " \\ [[commentaar:spreuken13-12|12 ]] "De uitgestelde hoop krenkt het hart; maar de begeerte, die komt, is een boom des levens. " \\ [[commentaar:spreuken13-13|13 ]] "Die het woord veracht, die zal verdorven worden; maar wie het gebod vreest, dien zal vergolden worden. " \\ [[commentaar:spreuken13-14|14 ]] "Des wijzen leer is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods. " \\ [[commentaar:spreuken13-15|15 ]] Goed verstand geeft aangenaamheid; maar de weg der trouwelozen is streng. \\ [[commentaar:spreuken13-16|16 ]] "Al wie kloekzinnig is, handelt met wetenschap; maar een zot breidt dwaasheid uit. " \\ [[commentaar:spreuken13-17|17 ]] Een goddeloze bode zal in het kwaad vallen; maar een trouw gezant is medicijn. \\ [[commentaar:spreuken13-18|18 ]] "Armoede en schande is desgenen, die de tucht verwerpt; maar die de bestraffing waarneemt; zal geeerd worden. " \\ [[commentaar:spreuken13-19|19 ]] "De begeerte, die geschiedt, is zoet voor de ziel; maar het is den zotten een gruwel van het kwade af te wijken. " \\ [[commentaar:spreuken13-20|20 ]] "Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden. " \\ [[commentaar:spreuken13-21|21 ]] Het kwaad zal de zondaars vervolgen; maar den rechtvaardige zal men goed vergelden. \\ [[commentaar:spreuken13-22|22 ]] De goede zal zijner kinders kinderen doen erven; maar het vermogen des zondaars is voor de rechtvaardige weggelegd. \\ [[commentaar:spreuken13-23|23 ]] "Het ploegen der armen geeft veelheid der spijze; maar daar is een, die verteerd wordt door gebrek van oordeel. " \\ [[commentaar:spreuken13-24|24 ]] "Die zijn roede inhoudt, haat zijn zoon; maar die hem liefheeft, zoekt hem vroeg met tuchtiging. " \\ [[commentaar:spreuken13-25|25 ]] De rechtvaardige eet tot verzadiging zijner ziel toe; maar de buik der goddelozen zal gebrek hebben. ^ [[spreuken12| vorig hoofdstuk]] ^ [[spreuken14|volgend hoofdstuk]] ^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^