^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^ [[spreuken|Terug naar Boek index]] ^ ===== Spreuken 20 ===== \\ [[commentaar:spreuken20-1|1 ]] "De wijn is een spotter, de sterke drank is woelachtig; al wie daarin dwaalt, zal niet wijs zijn. " \\ [[commentaar:spreuken20-2|2 ]] "De schrik des konings is als het brullen eens jongen leeuws; die zich tegen hem vergramt, zondigt tegen zijn ziel. " \\ [[commentaar:spreuken20-3|3 ]] "Het is eer voor een man, van twist af te blijven; maar ieder dwaas zal er zich in mengen. " \\ [[commentaar:spreuken20-4|4 ]] "Om den winter zal de luiaard niet ploegen; daarom zal hij bedelen in den oogst, maar er zal niet zijn. " \\ [[commentaar:spreuken20-5|5 ]] De raad in het hart eens mans is als diepe wateren; maar een man van verstand zal dien uithalen. \\ [[commentaar:spreuken20-6|6 ]] Elk van de menigte der mensen roept zijn weldadigheid uit; maar wie zal een recht trouwen man vinden? \\ [[commentaar:spreuken20-7|7 ]] De rechtvaardige wandelt steeds in zijn oprechtheid; welgelukzalig zijn zijn kinderen na hem. \\ [[commentaar:spreuken20-8|8 ]] "Een koning, zittende op den troon des gerichts, verstrooit alle kwaad met zijn ogen. " \\ [[commentaar:spreuken20-9|9 ]] "Wie kan zeggen: Ik heb mijn hart gezuiverd, ik ben rein van mijn zonde? " \\ [[commentaar:spreuken20-10|10 ]] "Tweeerlei weegsteen, tweeerlei efa is den HEERE een gruwel, ja die beide. " \\ [[commentaar:spreuken20-11|11 ]] "Een jongen zal ook door zijn handelingen zich bekend maken, of zijn werk zuiver, en of het recht zal wezen. " \\ [[commentaar:spreuken20-12|12 ]] "Een horend oor, en een ziend oog heeft de HEERE gemaakt, ja, die beide. " \\ [[commentaar:spreuken20-13|13 ]] "Heb den slaap niet lief, opdat gij niet arm wordt; open uw ogen, verzadig u met brood. " \\ [[commentaar:spreuken20-14|14 ]] "Het is kwaad, het is kwaad! zal de koper zeggen; maar als hij weggegaan is, dan zal hij zich beroemen. " \\ [[commentaar:spreuken20-15|15 ]] "Goud is er, en menigte van robijnen; maar de lippen de wetenschap zijn een kostelijk kleinood. " \\ [[commentaar:spreuken20-16|16 ]] "Als iemand voor een vreemde borg geworden is, neem zijn kleed; en pand hem voor de onbekenden. " \\ [[commentaar:spreuken20-17|17 ]] Het brood der leugen is den mens zoet; maar daarna zal zijn mond vol van zandsteentjes worden. \\ [[commentaar:spreuken20-18|18 ]] "Elke gedachte wordt door raad bevestigd, daarom voer oorlog met wijze raadslagen. " \\ [[commentaar:spreuken20-19|19 ]] "Die als een achterklapper wandelt, openbaart het heimelijke; vermeng u dan niet met hem, die met zijn lippen verlokt. " \\ [[commentaar:spreuken20-20|20 ]] "Wie zijn vader of zijn moeder vloekt, diens lamp zal uitgeblust worden in zwarte duisternis. " \\ [[commentaar:spreuken20-21|21 ]] "Als een erfenis in het eerste verhaast wordt, zo zal haar laatste niet gezegend worden. " \\ [[commentaar:spreuken20-22|22 ]] "Zeg niet: Ik zal het kwaad vergelden; wacht op den HEERE, en Hij zal u verlossen. " \\ [[commentaar:spreuken20-23|23 ]] "Tweeerlei weegsteen is den HEERE een gruwel, en de bedriegelijke weegschaal is niet goed. " \\ [[commentaar:spreuken20-24|24 ]] De treden des mans zijn van den HEERE; hoe zou dan een mens zijn weg verstaan? \\ [[commentaar:spreuken20-25|25 ]] "Het is een strik des mensen, dat hij het heilige verslindt, en na gedane geloften, onderzoek te doen. " \\ [[commentaar:spreuken20-26|26 ]] "Een wijs koning verstrooit de goddelozen, en hij brengt het rad over hen. " \\ [[commentaar:spreuken20-27|27 ]] "De ziel des mensen is een lamp des HEEREN, doorzoekende al de binnenkameren des buiks. " \\ [[commentaar:spreuken20-28|28 ]] Weldadigheid en waarheid bewaren den koning; en door weldadigheid ondersteunt hij zijn troon. \\ [[commentaar:spreuken20-29|29 ]] "Der jongelingen sieraad is hun kracht, en der ouden heerlijkheid is de grijsheid. " \\ [[commentaar:spreuken20-30|30 ]] "Gezwellen der wonde zijn in den boze een zuivering, mitsgaders de slagen van het binnenste des buiks. " ^ [[spreuken19| vorig hoofdstuk]] ^ [[spreuken21|volgend hoofdstuk]] ^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^