^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^ [[spreuken|Terug naar Boek index]] ^ ===== Spreuken 24 ===== \\ [[commentaar:spreuken24-1|1 ]] "Zijt niet nijdig over de boze lieden, en laat u niet gelusten, om bij hen te zijn. " \\ [[commentaar:spreuken24-2|2 ]] "Want hun hart bedenkt verwoesting, en hun lippen spreken moeite. " \\ [[commentaar:spreuken24-3|3 ]] "Door wijsheid wordt een huis gebouwd, en door verstandigheid bevestigd; " \\ [[commentaar:spreuken24-4|4 ]] En door wetenschap worden de binnenkameren vervuld met alle kostelijk en liefelijk goed. \\ [[commentaar:spreuken24-5|5 ]] Een wijs man is sterk; en een man van wetenschap maakt de kracht vast. \\ [[commentaar:spreuken24-6|6 ]] "Want door wijze raadslagen zult gij voor u den krijg voeren, en in de veelheid der raadgevers is de overwinning. " \\ [[commentaar:spreuken24-7|7 ]] Alle wijsheid is voor den dwaze te hoog; hij zal in de poort zijn mond niet opendoen. \\ [[commentaar:spreuken24-8|8 ]] "Die denkt om kwaad te doen, dien zal men een meester van schandelijke verdichtselen noemen. " \\ [[commentaar:spreuken24-9|9 ]] De gedachte der dwaasheid is zonde; en een spotter is den mens een gruwel. \\ [[commentaar:spreuken24-10|10 ]] "Vertoont gij u slap ten dage uwer benauwdheid, uw kracht is nauw. " \\ [[commentaar:spreuken24-11|11 ]] "Red degenen, die ter dood gegrepen zijn; want zij wankelen ter doding, zo gij u onthoudt. " \\ [[commentaar:spreuken24-12|12 ]] "Wanneer gij zegt: Ziet, wij weten dat niet; zal Hij, Die de harten weegt, dat niet merken? En Die uwe ziel gadeslaat, zal Hij het niet weten? Want Hij zal den mens vergelden naar zijn werk. " \\ [[commentaar:spreuken24-13|13 ]] "Eet honig, mijn zoon! want hij is goed, en honigzeem is zoet voor uw gehemelte. " \\ [[commentaar:spreuken24-14|14 ]] "Zodanig is de kennis der wijsheid voor uw ziel; als gij ze vindt, zo zal er beloning wezen, en uw verwachting zal niet afgesneden worden. " \\ [[commentaar:spreuken24-15|15 ]] "Loer niet, o goddeloze! op de woning des rechtvaardigen; verwoest zijn legerplaats niet. " \\ [[commentaar:spreuken24-16|16 ]] "Want de rechtvaardige zal zevenmaal vallen, en opstaan; maar de goddelozen zullen in het kwaad nederstruikelen. " \\ [[commentaar:spreuken24-17|17 ]] "Verblijd u niet als uw vijand valt; en als hij nederstruikelt, laat uw hart zich niet verheugen; " \\ [[commentaar:spreuken24-18|18 ]] "Opdat het de HEERE niet zie, en het kwaad zij in Zijn ogen en Hij Zijn toorn van hem afkere. " \\ [[commentaar:spreuken24-19|19 ]] Ontsteek u niet over de boosdoeners; zijt niet nijdig over de goddelozen. \\ [[commentaar:spreuken24-20|20 ]] "Want de kwade zal geen beloning hebben, de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden. " \\ [[commentaar:spreuken24-21|21 ]] "Mijn zoon! vrees den HEERE en den koning; vermeng u niet met hen, die naar verandering staan; " \\ [[commentaar:spreuken24-22|22 ]] Want hun verderf zal haastelijk ontstaan; en wie weet hun beider ondergang? \\ [[commentaar:spreuken24-23|23 ]] "Deze spreuken zijn ook van de wijzen. Het aangezicht in het gericht te kennen, is niet goed. " \\ [[commentaar:spreuken24-24|24 ]] "Die tot den goddeloze zegt: Gij zijt rechtvaardig; dien zullen de volken vervloeken, de natien zullen hem gram zijn. " \\ [[commentaar:spreuken24-25|25 ]] "Maar voor degenen, die hem bestraffen, zal liefelijkheid zijn; en de zegen des goeds zal op hem komen. " \\ [[commentaar:spreuken24-26|26 ]] "Men zal de lippen kussen desgenen, die rechte woorden antwoordt. " \\ [[commentaar:spreuken24-27|27 ]] "Beschik uw werk daarbuiten, en bereid het voor u op den akker, en bouw daarna uw huis. " \\ [[commentaar:spreuken24-28|28 ]] Wees niet zonder oorzaak getuige tegen uw naaste; want zoudt gij verleiden met uw lip? \\ [[commentaar:spreuken24-29|29 ]] "Zeg niet: Gelijk als hij mij gedaan heeft, zo zal ik hem doen; ik zal een ieder vergelden naar zijn werk. " \\ [[commentaar:spreuken24-30|30 ]] "Ik ging voorbij den akker eens luiaards, en voorbij den wijngaard van een verstandeloos mens; " \\ [[commentaar:spreuken24-31|31 ]] "En ziet, hij was gans opgeschoten van distelen; zijn gedaante was met netelen bedekt, en zijn stenen scheidsmuur was afgebroken. " \\ [[commentaar:spreuken24-32|32 ]] "Als ik dat aanschouwde, nam ik het ter harte; ik zag het, en nam onderwijzing aan; " \\ [[commentaar:spreuken24-33|33 ]] "Een weinig slapens, een weinig sluimerens, en weinig handvouwens, al nederliggende; " \\ [[commentaar:spreuken24-34|34 ]] "Zo zal uw armoede u overkomen, als een wandelaar, en uw velerlei gebrek als een gewapend man. " ^ [[spreuken23| vorig hoofdstuk]] ^ [[spreuken25|volgend hoofdstuk]] ^ [[sv|Terug naar Bijbel index]] ^