3 Maar van hoererij en allerlei onreinheid of hebzucht mag onder u zelfs geen sprake zijn, zoals het heiligen betaamt,
hoererij ⇒ G4202 porneía (de stam van de termen “pornografie, pornografisch”; vgl. 4205 /pórnos) dat is afgeleid van pernaō, “verkopen”)
– strikt genomen een verkoop (overgave) van seksuele zuiverheid; promiscuïteit van welke (elke) vorm dan ook.
onreinheid ⇒ G167 akatharsía (van A “niet” en katharós, “rein omdat onvermengd, puur”)
– rituele onreinheid, veroorzaakt door melaatsheid, open infectie, bevalling, het aanraken van een lijk, etc. Zie 169 (akathartos).
[Dit gebruik van akatharsía komt voor in de LXX (zie Lev 9:6, 12:5, 13:11, etc.).]
6 En Mozes zeide: Dit is het, wat de Here u geboden heeft te doen, opdat de heerlijkheid des Heren u verschijne. ????
5 Indien zij echter een kind van het vrouwelijk geslacht baart, zal zij twee weken onrein zijn zoals in haar maandelijkse afzondering; zesenzestig dagen zal zij blijven in het reinigingsbloed.
11 dan is dat verouderde melaatsheid in de huid van zijn lichaam, en de priester zal hem niet opsluiten, want hij is onrein.
hebzucht ⇒ G4122 pleonexia (een vrouwelijk zelfstandig naamwoord afgeleid van 4119 /pleíōn, “numeriek meer” en 2192 /éxō, “hebben”)
– eigenlijk het verlangen naar meer (dingen), d.w.z. het verlangen naar een groter aantal tijdelijke dingen die verder gaan dan wat God bepaalt dat eeuwig het beste is (buiten Zijn voorkeurswil, vgl. 2307 /thélēma); hebzucht (begeren).
4124 /pleoneksía (een vrouwelijk zelfstandig naamwoord) wijst op een vorm van hebzucht, gedefinieerd door de context.