Inhoud

Een leer van dopen

Hebreeën 6:1-3 zegt dat het fundament van het christelijk geloof uit de volgende onderdelen bestaat:

1 Laten wij daarom het eerste onderwijs aangaande Christus laten rusten en ons richten op het volkomene, 
zonder opnieuw het fundament te leggen van bekering van dode werken en van geloof in God, 
2 van een leer van dopen en van oplegging der handen, van opstanding der doden en van een eeuwig oordeel; 
3 en dat zullen wij doen, indien God het vergunt.”

Dit onderdeel gaat over de leer van dopen of zoals het er in het Grieks staat:

βαπτισμῶν  διδαχῆς = Baptismon didaches

Baptismon
Strongs G909: een wassing, zuivering uitgevoerd door middel van water Case: Genitief De genitief is een vorm die aangeeft van wie of wat iets is. Bij zelfstandige naamwoorden is dat de bezits-s. De betekenis ervan kan worden omschreven met een van-bepaling. Geslacht: mannelijk Nummer: meervoud

didaches
Strongs G1322: met de genitiviteit van het object, doctrine, onderwijs, betreffende iets: Hebreeën 6: 2 Case: Accusatief De accusatief (Latijn accusare = aanklagen), accusativus of vierde naamval is in sommige talen de naamval voor het lijdend voorwerp (direct object). Geslacht: vrouwelijk Nummer: enkelvoud

Uit de Didaché

Hoofdstuk 7. Betreffende de doop
En wat de doop betreft, doop op deze manier: na alle deze dingen (bovenstaande) te hebben gezegd, doop (dan) in de naam van de Vader, en van de Zoon en de Heilige Geest, in levend water. Maar als u geen levend water hebt, doop dan in ander water; en als je dit niet in koud water kunt doen, doe dat dan in warm water. Maar als u geen van beiden hebt, giet dan drie keer water op het hoofd in de naam van Vader en Zoon en Heilige Geest. Maar laat de doper vóór de doop vasten, en de dopeling(en) en wie nog meer mee kan doen; maar u moet de dopeling(en) bevelen één of twee dagen van tevoren te vasten.
“Welke dopen zijn er dan?”

1. Doop in Moshé (Mozes)

1 Corinthe 10:1-2 “Want ik stel er prijs op, broeders, dat gij weet, dat onze vaderen allen onder de wolk waren, allen door de zee heengingen, 2 allen zich in Mozes lieten dopen in de wolk en in de zee,”

2. Doop van Yochanan (Johannes de doper)

Markus 1:4 “geschiedde het, dat Johannes doopte in de woestijn en de doop der bekering tot vergeving van zonden predikte.”

3. Doop van Jesjoea (Jezus)

Mattheus 3:13-17 “Toen kwam Jezus uit Galilea naar de Jordaan tot Johannes, om Zich door hem te laten dopen. 14 Maar deze trachtte Hem daarvan terug te houden en zeide: Ik heb nodig door U gedoopt te worden en komt Gij tot mij? 15 Jezus echter antwoordde en zeide tot hem: Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij Hem geworden. 16 Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen. 17 En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb.”

4. Doop met vuur

Mattheus 3:11 “Ik doop u met water tot bekering, maar Hij, die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben niet waardig Hem zijn schoenen na te dragen; die zal u dopen met de heilige Geest en met vuur.”

5. Doop met de heilige Geest

Mattheus 3:11 “Ik doop u met water tot bekering, maar Hij, die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben niet waardig Hem zijn schoenen na te dragen; die zal u dopen met de heilige Geest en met vuur.”

6. Doop van het kruis

Markus 10:38-39 “Doch Jezus zeide tot hen: Gij weet niet, wat gij vraagt. Kunt gij de beker drinken, die Ik drink, of met de doop gedoopt worden, waarmede Ik gedoopt word? 39 Zij zeiden tot Hem: Wij kunnen het. Jezus zeide tot hen: De beker, die Ik drink, zult gij drinken en met de doop, waarmede Ik gedoopt word, zult gij gedoopt worden,”

7. Doop van gelovigen

Mattheus 28:19 “Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.”

8. Doop van Liefde

Johannes 3:16-17 “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. 17 Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde.”

Johannes 17:25-26 “Rechtvaardige Vader, de wereld kent U niet, maar Ik ken U, en dezen weten, dat Gij Mij gezonden hebt; 26 en Ik heb hun uw naam bekend gemaakt en Ik zal hem bekend maken, opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij en Ik in hen.”

Romeinen 8:15 “Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader.”

1 Corinteh 13:13 “Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.”

1 Johannes 4:7-11 “Geliefden, laten wij elkander liefhebben, want de liefde is uit God; en een ieder, die liefheeft, is uit God geboren en kent God. 8 Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde. 9 Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem. 10 Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon gezonden heeft als een verzoening voor onze zonden. 11 Geliefden, indien God ons zó heeft liefgehad, behoren ook wij elkander lief te hebben.”

Zo onderscheiden we dus dopen in :

  1. water
  2. in de heilige Geest
  3. vuur
  4. liefde

Doop in water

In het oude Verbond zijn er een aantal voorbeelden die met de doop vergeleken kunnen worden.

De schepping

Genesis 1:1-5 “1 In den beginne schiep God de hemel en de aarde. 2 De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. 3 En God zeide: Er zij licht; en er was licht. 4 En God zag, dat het licht goed was, en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis. 5 En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag.”

Er lag duisternis op de vloed, er was nog geen leven. God maakte verschil tussen duisternis en licht en gaf een (nieuw) begin aan het leven.

Noach en de vloed

Genesis 6:9-18 “9 Dit is de geschiedenis van Noach. Noach was onder zijn tijdgenoten een rechtvaardig en onberispelijk man; Noach wandelde met God. 10 En Noach verwekte drie zonen: Sem, Cham en Jafet. 11 De aarde nu was verdorven voor Gods aangezicht, en de aarde was vol geweldenarij. 12 En God zag de aarde aan, en zie, zij was verdorven, want al wat leeft had zijn weg op de aarde verdorven. 13 Toen zeide God tot Noach: Het einde van al wat leeft is door Mij besloten, want door hun schuld is de aarde vol geweldenarij, en zie, Ik ga hen met de aarde verdelgen. 14 Maak u een ark van goferhout; met vakken zult gij de ark maken en haar van binnen en van buiten met pek bestrijken. 15 En zó zult gij haar maken: driehonderd el zal de lengte der ark zijn, vijftig el haar breedte en dertig el haar hoogte. 16 Gij zult aan de ark een lichtopening maken, en een el van boven af zult gij die afwerken, en de ingang der ark zult gij in haar zijkant aanbrengen; met een onderste, een tweede en een derde verdieping zult gij haar maken. 17 Want zie, Ik ga een watervloed over de aarde brengen om al wat leeft, waarin een levensgeest is, van onder de hemel te verdelgen; alles wat op de aarde is, zal omkomen. 18 Maar met u zal Ik mijn verbond oprichten, en gij zult in de ark gaan, gij en uw zonen en uw vrouw en de vrouwen uwer zonen met u. “

God maakte een nieuw begint door het water heen. Noach en zijn gezin werden gered uit een zondig geslacht. Petrus schrijft hierover in zijn brief.

1 Petrus 3:18-22 “18 Want ook Christus is eenmaal om de zonden gestorven als rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen: Hij, die gedood is naar het vlees, maar levend gemaakt naar de geest, 19 in welke Hij ook heengegaan is en gepredikt heeft aan de geesten in de gevangenis, 20 die eertijds ongehoorzaam geweest waren, toen de lankmoedigheid Gods bleef afwachten, in de dagen van Noach, terwijl de ark in gereedheid werd gebracht, waarin weinigen, dat is acht zielen, door het water heen gered werden. 21 Als tegenbeeld daarvan redt u thans de doop, die niet is een afleggen van lichamelijke onreinheid, maar een bede van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus, 22 die aan de rechterhand Gods is, naar de hemel gegaan, terwijl engelen en machten en krachten Hem onderworpen zijn.”

Petrus geeft hier aan dat de doop het uiting geven is van wat innerlijk, geestelijk, met een mens gebeurt is.

Het volk Israël door de Rietzee

Exodus 14:28-31 “28 De wateren vloeiden terug en bedekten de wagens en de ruiters van de gehele legermacht van Farao, die hen in de zee achterna getrokken waren; er bleef van hen niet één over. 29 Maar de Israëlieten gingen op het droge midden door de zee en de wateren waren hun rechts en links als een muur. 30 Zo verloste de Here op die dag de Israëlieten uit de macht der Egyptenaren. En Israël zag de Egyptenaren dood op de oever der zee liggen. 31 Toen zag Israël, welk een machtige daad de Here tegen Egypte gedaan had; en het volk vreesde de Here en zij geloofden in de Here en in Mozes, zijn knecht.”

Hier verlost de Eeuwige het volk van de slavernij (juk van satan/zonde) door het water heen. De vijand blijft achter in het water. Paulus geeft aan dat dit een vergelijk is met de doop voor de gelovigen.

1 Cor. 10:1-4 “1 Want ik stel er prijs op, broeders, dat gij weet, dat onze vaderen allen onder de wolk waren, allen door de zee heengingen, 2 allen zich in Mozes lieten dopen in de wolk en in de zee, 3 allen hetzelfde geestelijke voedsel aten, 4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken, want zij dronken uit een geestelijke rots, welke met hen medeging, en die rots was de Christus.”

De reinigingsvoorschriften in de Torah

  1. voor de kohen hagadol (hogepriester)

Leviticus 16:3-4 (Yom Kippoer, Grote Verzoendag) “3 Slechts op deze wijze zal Aäron het heiligdom binnengaan: met een jonge stier ten zondoffer en een ram ten brandoffer. 4 Het heilige linnen onderkleed zal hij aantrekken en een linnen broek zal over zijn vlees zijn en met een linnen gordel zal hij zich omgorden en een linnen tulband zal hij zich ombinden; dit zijn heilige klederen, die hij zal aantrekken, nadat hij zijn lichaam in water gebaad heeft.”

Het heeft hier ook met zonde te maken.

– voor de kohaniem (priesters)

Exodus 30:17-21 “17 En de HEERE sprak tot Mozes: 18 U moet vervolgens een koperen wasvat maken, met een bijbehorend koperen voetstuk, voor het wassen. En u moet het plaatsen tussen de tent van ontmoeting en het altaar, en er water in doen, 19 zodat Aäron en zijn zonen hun handen en voeten met water daaruit kunnen wassen. 20 Wanneer zij de tent van ontmoeting binnengaan, moeten zij zich met water wassen, opdat zij niet sterven. Of wanneer zij tot het altaar naderen om dienst te doen door een vuuroffer voor de HEERE in rook te laten opgaan, 21 moeten zij hun handen en voeten wassen, opdat zij niet sterven. Dit is een eeuwige verordening voor hen, voor Aäron en zijn nageslacht, al hun generaties door.”

– voor Am Yisrael (het volk Israël)

Leviticus 15, i.v.m. onreinheden, een onreine mocht niet in de Mishkan (Tabernakel) komen. Later gold dat ook voor de Beith HaMikdash (Huis van het Heilidom, de Tempel). Daarom waren er vele Mikva’ot (rituele baden, Mikvah ev.) in Yeroesjalajiem ten tijde van de apostelen. I.v.m. de Opgangsfeesten wilde men zich ritueel reinigen voordat men de Beith HaMikdash binnenging. Vanwege de vele Mikva’ot die er aanwezig waren (archeologische opgraving) was het niet moeilijk om binnen een uur (of korter) de 3.000 te dopen die tot geloof waren gekomen tijdens Shavoe’ot (Wekenfeest/Pinksteren)

In de CJB pag. 147 Baptism (Mikveh) Ceremoniële wassingen zijn zo oud als de Torah zelf. God beval de Hebreeërs om hun kleding te wassen voordat Hij hen de Torah bij Sinaï gaf. Aharon en zijn zonen werd opgedragen zich te wassen voordat ze dienst deden in de tabernakel, ook waren er wassingen voor diverse lichamelijke vloeiingen. Misschien is de meest uitgebreide beschrijving van een totale onderdompeling in de Torah die van een met Tzara’at besmette genezing.

De praktijk van Mikveh (het rituele bad waar t’vilah uitgevoerd werd) was heel gewoon in de tweede tempel periode, zoals te zien is in de vele aanhalingen in de Talmud. De rituele onderdompelingen voor genezingen en diensten gingen door zoals voorgeschreven werd in de Torah. Met de vernietiging van de tempel, wijzigde ook de gewoonte van het gebruik van de mikveh. De reiniging en genezing door de priesters waren niet langer uit te voeren, hoewel in modern judaïsme nog gebruik maakt van de mikveh in sommige situaties

Een joodse interpretatie van de mikveh relateert het aan een ervaring van dood en opstanding, en ook aan de terugkeer naar de baarmoeder en het opnieuw opkomen. Volledig ondergedompeld, één is als de foetus in de baarmoeder, en als hij uit het water komt, is het alsof iemand opnieuw geboren wordt. Het individu dat heeft gezondigd en onrein is geworden, is getransformeerd; hij sterft en wordt opgewekt en wordt een nieuwe dreiging, net als een pasgeboren kind.

Na’aman, de Syrische generaal

2 Koningen 5:13-15 “13 Toen traden echter zijn dienaren nader, spraken hem aan en zeiden: Mijn vader, had de profeet u iets moeilijks opgedragen, zoudt gij dat dan niet doen? Hoeveel te meer, nu hij tot u gezegd heeft: Baad u en gij zult rein worden? 14 Dus daalde hij af en dompelde zich zevenmaal onder in de Jordaan, naar het woord van de man Gods; en zijn lichaam werd weer gezond als het lichaam van een kleine jongen, en hij was rein. 15 Daarop keerde hij terug tot de man Gods, hijzelf met zijn gehele gevolg; en, bij hem gekomen, ging hij voor hem staan en zeide: Zie, nu weet ik, dat er op de gehele aarde geen God is behalve in Israël. Neem dan een geschenk aan van uw dienaar. “

De opdracht van de profeet Eliysha was om zich 7 keer onder te dompelen (ve·ra·chatz·Ta = ) in de Yarden (Jordaan). Doop van reiniging.

Johannes de Doper

Markus 1:1-5 “1 Begin van het Evangelie van Jezus Christus. 2 Gelijk geschreven staat bij de profeet Jesaja: Zie, Ik zend mijn bode voor uw aangezicht uit, die uw weg bereiden zal; 3 de stem van een, die roept in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt recht zijn paden, 4 geschiedde het, dat Johannes doopte in de woestijn en de doop der bekering tot vergeving van zonden predikte. 5 En het gehele Joodse land liep tot hem uit en alle inwoners van Jeruzalem, en zij lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan onder belijdenis van hun zonden.“

Johannes predikte bekering van zonde en bereidde de mensen zo voor op de komst van Mashiach. Zij die door Johannes gedoopt werden beleden hun zonde. In Handelingen 18:24-25 zien we Apollos, doorkneed in de schriften, die in Efeze vurig Jesjoea als Mashiach predikte. Hij kende alleen de doop van Johannes en de noodzaak om je te bekeren. Hij ontving onderwijs van Prescilla en Aquila, zij legden hem uit over het sterven en de opstanding van Jesjoea. Ook Sha’ul (Paulos) kwam in Efeze talmidiem (leerlingen) tegen die alleen de doop van Johannes kenden (Handelingen 19:1-7). Paulus zei dat Johannes een doop van bekering deed en dat de mensen in Hem (Jesjoea) die na hem (Johannes) kwam moesten geloven. Toen ze dit hoorden lieten ze zich dopen (in water) in de naam (onoma = wezen, karakter) van Jesjoea en ontvingen de Ruach HaKodesh nadat Sha’ul hen de handen oplegde.

Ook Jesjoea liet zich door Johannes (zijn neef die 6 maanden ouder was) dopen. Mattheüs 3:13-17 “13 Toen kwam Jezus uit Galilea naar de Jordaan tot Johannes, om Zich door hem te laten dopen. 14 Maar deze trachtte Hem daarvan terug te houden en zeide: Ik heb nodig door U gedoopt te worden en komt Gij tot mij? 15 Jezus echter antwoordde en zeide tot hem: Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij Hem geworden. 16 Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen. 17 En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb.”

https://www.gotquestions.org/seven-baptisms.html

De doop van Jesjoea

Mattheus 3:13-17 “13 Toen kwam Jezus uit Galilea naar de Jordaan tot Johannes, om Zich door hem te laten dopen. 14 Maar deze trachtte Hem daarvan terug te houden en zeide: Ik heb nodig door U gedoopt te worden en komt Gij tot mij? 15 Jezus echter antwoordde en zeide tot hem: Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij Hem geworden. 16 Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen. 17 En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb.”

Marcus 1:9-13 “9 En het geschiedde in die dagen, dat Jezus Nazaret in Galilea verliet en Zich door Johannes in de Jordaan liet dopen. 10 En terstond, toen Hij uit het water opsteeg, zag Hij de hemelen scheuren en de Geest als een duif op Zich nederdalen. 11 En een stem [kwam] uit de hemelen: Gij zijt mijn Zoon, de geliefde; in U heb Ik mijn welbehagen. 12 En terstond dreef de Geest Hem uit naar de woestijn. 13 En Hij werd in de woestijn veertig dagen verzocht door de satan en Hij was bij de wilde dieren, en de engelen dienden Hem.”

Lucas 3:21-22 “21 En het geschiedde, terwijl al het volk gedoopt werd, dat, toen ook Jezus gedoopt werd en in gebed was, de hemel zich opende, 22 en de heilige Geest in lichamelijke gedaante als een duif op Hem nederdaalde, en dat er een stem kwam uit de hemel: Gij zijt mijn Zoon, de geliefde, in U heb Ik mijn welbehagen.”

Johannes 1:35-40 “35 De volgende dag stond Johannes daar weer met twee van zijn discipelen. 36En toen hij Jezus zag gaan, zeide hij: Zie, het lam Gods! 37 En de twee discipelen hoorden hem dat zeggen en volgden Jezus. 38 Maar Jezus keerde Zich om en zag, dat zij Hem volgden, en Hij zeide tot hen: 39 Wat zoekt gij? Zij zeiden tot Hem: Rabbi – wat, vertaald, wil zeggen: Meester –, waar houdt Gij verblijf? 40 Hij sprak tot hen: Komt en gij zult het zien. Zij kwamen dan en zagen, waar Hij verblijf hield, en zij bleven die dag bij Hem; het was omstreeks het tiende uur.”

Deze doop door Johannes was nodig niet om Jesjoea’s zonde af te wassen of ter bekering maar om alle gerechtigheid te doen geschieden. Het initieerde Zijn bediening, Hij ontving de Heilige Geest en werd de woestijn in gedreven om verzocht/getest te worden. Hiermee is Hij ook ons voorbeeld geworden: doop in water (in zijn lichaam gedoopt) en de doop in de Heilige Geest, de inwoning van de Geest van Jesjoea.

In Johannes lees je dat Jesjoea, toen Hij weer bij Johannes kwam, dat Hij discipelen kreeg. Dus een rabbi was/werd, deze hadden talmidiem (leerlingen).

Wat gebeurt er met/bij de doop

De doop is openbaar gaan. In de vroege kerk was het volgen van Jesjoea in het water van de doop de officiële, openbare uitspraak dat een persoon een gelovige in Jesjoea HaMashiach was en deel was van de beweging die HaDerech (de Weg) of Natzriem (van Nazareth) werd genoemd. Hoewel er veel vreugde in zat, waren er ook veel persoonlijke kosten omdat vervolging vaak volgde. De doop was een “initiatie-verordening” in de gemeenschap van de kerk. Er bestaat niet zoiets als een privégeloof. Jesjoea stierf openbaar voor ons, en de doop is onze gelegenheid om openbaar voor Hem te gaan.

De doop gaat over gehoorzaamheid. Jezus zei: “Ga daarom en maak discipelen van alle natiën en doop ze in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest” (Mattheüs 28:19). Het eerste dat Jezus ons vertelt te doen nadat de zaligheid is, is de doop. We kunnen niet zeggen dat we iets voor God zullen doen als we het eerste ding niet doen. Als je niet bent gedoopt sinds je Jezus in je leven hebt gevraagd, is de doop je volgende stap.

De doop komt na redding. In de eerste geregistreerde preek in de vroege kerk predikte Petrus tot een menigte van duizenden. Ongeveer 3000 mensen werden gered en het eerste dat Petrus zei toen ze dat vroegen “wat moeten we doen?” was: “Laat je dopen op de naam van Jesjoea” (Handelingen 2:38). Dit patroon zie je verder door heel handelingen en de rest van de vroege kerk. De doop is een openbare proclamatie van de spirituele transformatie die plaatsvindt wanneer we besluiten om Jesjoea te volgen.

De wortel van de doop zit in Jezus en onze binding met Jezus is door de Heilige Geest die in en onder de volgelingen van Jezus werkt.

Wanneer je gedoopt bent, ben je volledig bedekt met Gods genade (denk aan de augurk in de kruiden), zodat God niet handelt door jouw gerechtigheid, maar door wat Jezus aan het kruis deed. In feite wordt u gedoopt in de dood en opstanding van Christus en dat kan door niemand of iets van jou worden gestolen. Geloof, genade, redding en het werk van de Geest in jou zijn geschenken, geen verworvenheden - zegen, geschenk en mysterie in plaats van kennis. We verdienen ze niet of hebben er recht op, maar God geeft ze toch.

Wanneer je gedoopt bent, handelt God naar jou als een persoon - jou als een specifieke persoon of entiteit, en nooit als een 'ding' of object, of gewoon als een onderdeel van een grotere groep. Toch word je echt deel van een grotere groep: je wordt gerekend tot de volgelingen van Jezus en de Geest komt naar je toe om je toe te rusten en je altijd aan je te werken.

Wanneer je gedoopt bent, zet je je leven op een andere weg, afstappen van de overgave aan de macht van het kwaad, en op de weg van de geloofsreis van overgave aan de Geest. Je kunt hier niet bang voor zijn, want hoe riskant deze wereld ook wordt, God is met je.

Bekering, vergeving en vernieuwing zijn het vervolg op de doop, voor elk moment van het leven van de gedoopte. Deze worden steeds weer herhaald. De handeling die het heeft gestart, de doop, hoeft maar één keer te worden gedaan en het werkt vanaf dat moment. De Heilige Geest neemt jouw spirituele leven en groei in handen en is voortdurend met je aan het werk, want het duurt een heel leven om de Oude Jij te doden, Egypte uit de mens te halen. Geen mens, maatschappij, autoriteit of overheid kan dat wegnemen of er aan toevoegen. God voegt toe en neemt voortdurend de tijd, het snoeien van dood hout en het laten groeien van nieuwe takken en bloeiende knoppen voor een steeds veranderend nieuw leven.

Tenzij iemand uit water en geest geboren is kan hij het koninkrijk Gods niet binnengaan. Dat is hier en nu! Opnieuw geboren om het Koninkrijk te kunnen zien, uit water en geest om er in te kunnen wandelen.

Een joodse interpretatie van de mikveh relateert het aan een ervaring van dood en opstanding, en ook aan de terugkeer naar de baarmoeder en het opnieuw opkomen. Volledig ondergedompeld, als de foetus in de baarmoeder, en als hij uit het water komt, is het alsof iemand opnieuw geboren wordt. Het individu dat heeft gezondigd en onrein is geworden, is getransformeerd; hij sterft en wordt opgewekt en wordt een nieuwe schepping, net als een pasgeboren kind. Vertaald uit de CJB.

In het Nieuwe Verbondsgeloof wordt het aspect van de besnijdenis ook vervuld door het zoenoffer van de Messias. De heiden die God wil dienen door de Messias van Israël hoeft zich niet langer te onderwerpen aan fysieke besnijdenis, zoals zijn voorouders zouden moeten doen voordat de Messias kwam. Op het moment van het geloof en de toewijding van die persoon ontvangt hij Gods innerlijke merkteken op zijn hart dat hem onder het Nieuwe Verbond brengt, verzegeld in het bloed van de Messias. https://jewsforjesus.org/publications/issues/issues-v02-n10/baptism-pagan-or-jewish/

Doop in het Nieuwe Testament

Bijbel referenties

Matthew 3:6 And were baptized of him in Jordan, confessing their sins. Matthew 3:7 But when he saw many of the Pharisees and Sadducees come to his baptism, he said unto them, O generation of vipers, who hath warned you to flee from the wrath to come? Matthew 3:11 I indeed baptize you with water unto repentance: but he that cometh after me is mightier than I, whose shoes I am not worthy to bear: he shall baptize you with the Holy Ghost, and [with] fire: Matthew 3:13 Then cometh Jesus from Galilee to Jordan unto John, to be baptized of him. Matthew 3:14 But John forbad him, saying, I have need to be baptized of thee, and comest thou to me? Matthew 3:16 And Jesus, when he was baptized, went up straightway out of the water: and, lo, the heavens were opened unto him, and he saw the Spirit of God descending like a dove, and lighting upon him: Matthew 20:22 But Jesus answered and said, Ye know not what ye ask. Are ye able to drink of the cup that I shall drink of, and to be baptized with the baptism that I am baptized with? They say unto him, We are able. Matthew 20:23 And he saith unto them, Ye shall drink indeed of my cup, and be baptized with the baptism that I am baptized with: but to sit on my right hand, and on my left, is not mine to give, but [it shall be given to them] for whom it is prepared of my Father. Matthew 21:25 The baptism of John, whence was it? from heaven, or of men? And they reasoned with themselves, saying, If we shall say, From heaven; he will say unto us, Why did ye not then believe him? Matthew 28:19 Go ye therefore, and teach all nations, baptizing them in the name of the Father, and of the Son, and of the Holy Ghost:

Mark 1:4 John did baptize in the wilderness, and preach the baptism of repentance for the remission of sins. Mark 1:5 And there went out unto him all the land of Judaea, and they of Jerusalem, and were all baptized of him in the river of Jordan, confessing their sins. Mark 1:8 I indeed have baptized you with water: but he shall baptize you with the Holy Ghost. Mark 1:9 And it came to pass in those days, that Jesus came from Nazareth of Galilee, and was baptized of John in Jordan. Mark 10:38 But Jesus said unto them, Ye know not what ye ask: can ye drink of the cup that I drink of? and be baptized with the baptism that I am baptized with? Mark 10:39 And they said unto him, We can. And Jesus said unto them, Ye shall indeed drink of the cup that I drink of; and with the baptism that I am baptized withal shall ye be baptized: Mark 11:30 The baptism of John, was [it] from heaven, or of men? answer me. Mark 16:16 He that believeth and is baptized shall be saved; but he that believeth not shall be damned.

Luke 3:3 And he came into all the country about Jordan, preaching the baptism of repentance for the remission of sins; Luke 3:7 Then said he to the multitude that came forth to be baptized of him, O generation of vipers, who hath warned you to flee from the wrath to come? Luke 3:12 Then came also publicans to be baptized, and said unto him, Master, what shall we do? Luke 3:16 John answered, saying unto [them] all, I indeed baptize you with water; but one mightier than I cometh, the latchet of whose shoes I am not worthy to unloose: he shall baptize you with the Holy Ghost and with fire: Luke 3:21 Now when all the people were baptized, it came to pass, that Jesus also being baptized, and praying, the heaven was opened, Luke 7:29 And all the people that heard [him,] and the publicans, justified God, being baptized with the baptism of John. Luke 7:30 But the Pharisees and lawyers rejected the counsel of God against themselves, being not baptized of him. Luke 12:50 But I have a baptism to be baptized with; and how am I straitened till it be accomplished! Luke 20:4 The baptism of John, was it from heaven, or of men?

John 1:25 And they asked him, and said unto him, Why baptizest thou then, if thou be not that Christ, nor Elias, neither that prophet? John 1:26 John answered them, saying, I baptize with water: but there standeth one among you, whom ye know not; John 1:28 These things were done in Bethabara beyond Jordan, where John was baptizing. John 1:31 And I knew him not: but that he should be made manifest to Israel, therefore am I come baptizing with water. John 1:33 And I knew him not: but he that sent me to baptize with water, the same said unto me, Upon whom thou shalt see the Spirit descending, and remaining on him, the same is he which baptizeth with the Holy Ghost. John 3:22 After these things came Jesus and his disciples into the land of Judaea; and there he tarried with them, and baptized. John 3:23 And John also was baptizing in Aenon near to Salim, because there was much water there: and they came, and were baptized. John 3:26 And they came unto John, and said unto him, Rabbi, he that was with thee beyond Jordan, to whom thou barest witness, behold, the same baptizeth, and all [men] come to him. John 4:1 When therefore the Lord knew how the Pharisees had heard that Jesus made and baptized more disciples than John, John 4:2 (Though Jesus himself baptized not, but his disciples,) John 10:40 And went away again beyond Jordan into the place where John at first baptized; and there he abode.

Acts 1:5 For John truly baptized with water; but ye shall be baptized with the Holy Ghost not many days hence. Acts 1:22 Beginning from the baptism of John, unto that same day that he was taken up from us, must one be ordained to be a witness with us of his resurrection. Acts 2:38 Then Peter said unto them, Repent, and be baptized every one of you in the name of Jesus Christ for the remission of sins, and ye shall receive the gift of the Holy Ghost. Acts 2:41 Then they that gladly received his word were baptized: and the same day there were added [unto them] about three thousand souls. Acts 8:12 But when they believed Philip preaching the things concerning the kingdom of God, and the name of Jesus Christ, they were baptized, both men and women. Acts 8:13 Then Simon himself believed also: and when he was baptized, he continued with Philip, and wondered, beholding the miracles and signs which were done. Acts 8:16 (For as yet he was fallen upon none of them: only they were baptized in the name of the Lord Jesus.) Acts 8:36 And as they went on [their] way, they came unto a certain water: and the eunuch said, See, [here is] water; what doth hinder me to be baptized? Acts 8:38 And he commanded the chariot to stand still: and they went down both into the water, both Philip and the eunuch; and he baptized him. Acts 9:18 And immediately there fell from his eyes as it had been scales: and he received sight forthwith, and arose, and was baptized. Acts 10:37 That word, [I say,] ye know, which was published throughout all Judaea, and began from Galilee, after the baptism which John preached; Acts 10:47 Can any man forbid water, that these should not be baptized, which have received the Holy Ghost as well as we? Acts 10:48 And he commanded them to be baptized in the name of the Lord. Then prayed they him to tarry certain days. Acts 11:16 Then remembered I the word of the Lord, how that he said, John indeed baptized with water; but ye shall be baptized with the Holy Ghost. Acts 13:24 When John had first preached before his coming the baptism of repentance to all the people of Israel. Acts 16:15 And when she was baptized, and her household, she besought [us,] saying, If ye have judged me to be faithful to the Lord, come into my house, and abide [there.] And she constrained us. Acts 16:33 And he took them the same hour of the night, and washed [their] stripes; and was baptized, he and all his, straightway. Acts 18:8 And Crispus, the chief ruler of the synagogue, believed on the Lord with all his house; and many of the Corinthians hearing believed, and were baptized. Acts 18:25 This man was instructed in the way of the Lord; and being fervent in the spirit, he spake and taught diligently the things of the Lord, knowing only the baptism of John. Acts 19:3 And he said unto them, Unto what then were ye baptized? And they said, Unto John's baptism. Acts 19:4 Then said Paul, John verily baptized with the baptism of repentance, saying unto the people, that they should believe on him which should come after him, that is, on Christ Jesus. Acts 19:5 When they heard [this,] they were baptized in the name of the Lord Jesus. Acts 22:16 And now why tarriest thou? arise, and be baptized, and wash away thy sins, calling on the name of the Lord.

Romans 6:3 Know ye not, that so many of us as were baptized into Jesus Christ were baptized into his death? Romans 6:4 Therefore we are buried with him by baptism into death: that like as Christ was raised up from the dead by the glory of the Father, even so we also should walk in newness of life.

1Cor 1:13 Is Christ divided? was Paul crucified for you? or were ye baptized in the name of Paul? 1Cor 1:14 I thank God that I baptized none of you, but Crispus and Gaius; 1Cor 1:15 Lest any should say that I had baptized in mine own name. 1Cor 1:16 And I baptized also the household of Stephanas: besides, I know not whether I baptized any other. 1Cor 1:17 For Christ sent me not to baptize, but to preach the gospel: not with wisdom of words, lest the cross of Christ should be made of none effect. 1Cor 10:2 And were all baptized unto Moses in the cloud and in the sea; 1Cor 12:13 For by one Spirit are we all baptized into one body, whether [we be] Jews or Gentiles, whether [we be] bond or free; and have been all made to drink into one Spirit. 1Cor 15:29 Else what shall they do which are baptized for the dead, if the dead rise not at all? why are they then baptized for the dead?

Gal 3:27 For as many of you as have been baptized into Christ have put on Christ.

Eph 4:5 One Lord, one faith, one baptism,

Col 2:12 Buried with him in baptism, wherein also ye are risen with [him] through the faith of the operation of God, who hath raised him from the dead.

Hebrews 6:2 Of the doctrine of baptisms, and of laying on of hands, and of resurrection of the dead, and of eternal judgment.

1Peter 3:21 The like figure whereunto [even] baptism doth also now save us (not the putting away of the filth of the flesh, but the answer of a good conscience toward God,) by the resurrection of Jesus Christ:

Doop in de Geest van Heiligheid

In het oude Verbond is de Heilige Geest vanaf het begin aanwezig.

De schepping Genesis 1:1-5 “1 In den beginne schiep God (de Vader) de hemel en de aarde. 2 De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. 3 En God zeide: Er zij licht; en er was licht (de Zoon). 4 En God zag, dat het licht goed was, en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis. 5 En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag.”

De zeven Geesten Gods Openbaring 4:5 “5 En van de troon gingen bliksemstralen, stemmen en donderslagen uit; en zeven vurige fakkels brandden voor de troon; dit zijn de zeven Geesten Gods.”

Er is slechts één Heilige Geest, maar Hij heeft zeven onderscheidende aspecten, ook wel gekend als ‘manifestaties’ of ‘vormen’ waarin Hij werkzaam is. Ik geloof dat we de zeven Geesten – of ‘vormen’ van de Heilige Geest – vinden in:

Jesaja 11:2. “1 En er zal een rijsje (Netzer 5342 נֵצֶר Nazareth, Notzri) voortkomen uit de tronk van Isaï en een scheut uit zijn wortelen zal vrucht dragen. 2 En op hem zal de Geest des Heren rusten, de Geest van wijsheid en verstand, de Geest van raad en sterkte, de Geest van kennis en vreze des Heren;”

De eerste is YHWH (יהוה) – de Geest Die spreekt in de eerste persoon als God. In Handelingen 13:2 schreef Paulus dat de Heilige Geest tegen de kerk in Antiochië zei: Zonder voor Mij zowel Barnabas als Saulus af voor het werk waartoe Ik hen geroepen heb. De Heilige Geest sprak tot de kerk in de eerste persoon als de Heer. Bedenk: God de Vader is Heer, God de Zoon is Heer, en God de Heilige Geest is Heer (1). Jesaja 11:2 vervolgt: de Geest van wijsheid (2) en inzicht (3) de Geest van raad (4) en sterkte (5) En ten slotte: de Geest van de kennis (6) en de vreze des Heeren (7)

Het werk van de Heilige Geest in het oude verbond

Schepping en ander werk

Al in het eerste hoofdstuk van de Schrift is Hij er, zwevend boven het water (Gen.1:2).

Het is de Geest die ons gemaakt heeft (Job 33:4) “4 De Geest Gods heeft mij gemaakt, en de adem des Almachtigen doet mij leven.”

Het is de Geest die het volk door de woestijn leidt (Jes.63:11) ”10 Maar zij waren wederspannig en bedroefden zijn heilige Geest; daarom veranderde Hij voor hen in een vijand. 11 Hij zelf streed tegen hen. Maar Hij dacht aan de dagen van ouds, aan Mozes, aan zijn volk. Waar is Hij, die de herders zijner kudde voerde uit de wateren? Waar is Hij, die zijn heilige Geest in hun binnenste gaf?”

Het is de Geest die het volk onderwijst (Neh.9:20). “20 En Gij hebt hun uw goede Geest gegeven, om hen te onderrichten, en uw manna hebt Gij aan hun mond niet onthouden, en Gij hebt hun water gegeven voor hun dorst.” Ook Psalm 143:10 “10 Leer mij uw wil te doen, want Gij zijt mijn God, uw goede Geest geleide mij in een effen land.”

Aholiab en Bezaleël werden vervuld met Gods Geest om allerlei werk met betrekking tot de bouw van de tabernakel te maken (Ex.31:1-6). “1 De Here sprak tot Mozes: 2 Zie, Ik heb bij name geroepen Besaleël, de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de stam Juda, 3 en hem vervuld met Gods Geest, met wijsheid, inzicht en kennis, en dat voor allerlei werk, om ontwerpen te bedenken, 4 om die uit te voeren in goud, zilver en koper; 5 om stenen te bewerken, om die in te zetten; om hout te snijden en werkzaam te zijn in allerlei arbeid. 6 En zie, Ik heb naast hem gesteld Oholiab, de zoon van Achisamak, uit de stam Dan; in het hart van ieder die kunstvaardig is, heb Ik wijsheid gelegd. Zij zullen alles maken, wat Ik u geboden heb:”

Jozef Genesis 41:38-39 “38 En Farao zeide tot zijn dienaren: Zouden wij iemand kunnen vinden als deze, een man, in wie de Geest Gods is? 39 En Farao zeide tot Jozef: Aangezien God u dit alles bekend gemaakt heeft, is er niemand zo verstandig en wijs als gij.”

Mozes

Num.11:25 “25 Toen daalde de Here in de wolk neder en sprak tot hem, en Hij nam een deel van de Geest die op hem (Mozes) was, en legde dat op de zeventig mannen, op de oudsten;

Richters

Jozua, Deuteronomium 34:10 “9 Jozua nu, de zoon van Nun, was vol van de geest der wijsheid, want Mozes had zijn handen op hem gelegd. Daarom luisterden de Israëlieten naar hem en deden zoals de Here Mozes geboden had.”

Gideon, Richteren 6:34 “34 Toen vervulde de Geest des Heren Gideon: hij blies op de hoorn, en de Abiëzrieten werden opgeroepen om hem te volgen.”

Simson, Richteren 13:24-25 “24 De vrouw baarde een zoon en noemde hem Simson. De jongen groeide op, en de Here zegende hem. 25 En de Geest des Heren begon hem aan te drijven in Machane-Dan tussen Sora en Estaol.”

Richteren 14:19 “19 En de Geest des Heren greep hem aan: hij ging naar Askelon, sloeg daar dertig mannen dood, nam hun bovenklederen en gaf die aan hen, die het raadsel hadden opgelost.”

Profeten

Henoch, Judas 14-15 “14 Ook over hen heeft Henoch, de zevende van Adam af, geprofeteerd, zeggende: Zie, de Here is gekomen met zijn heilige tienduizenden, 15 om over allen de vierschaar te spannen en alle goddelozen te straffen voor al hun goddeloze werken, die zij goddeloos bedreven hebben, en voor al de harde taal, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben.”

Noach, 2 Petrus 2:5 “5 en de wereld van de voortijd niet gespaard heeft, maar Noach, de prediker der gerechtigheid, met zeven anderen bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld der goddelozen bracht;”

Mozes, Deuteronomium 18:17-18 “17 Toen zeide de Here tot mij: Het is goed, wat zij gesproken hebben; 18 een profeet zal Ik hun verwekken uit het midden van hun broederen, zoals gij zijt; Ik zal mijn woorden in zijn mond leggen, en hij zal alles tot hen zeggen, wat Ik hem gebied.”

Deuteronomium 34:10 “9 Jozua nu, de zoon van Nun, was vol van de geest der wijsheid, want Mozes had zijn handen op hem gelegd. Daarom luisterden de Israëlieten naar hem en deden zoals de Here Mozes geboden had. 10 Zoals Mozes, dien de Here gekend heeft van aangezicht tot aangezicht, is er in Israël geen profeet meer opgestaan –

Eldad en Medad, en de 70 oudsten Num.11:25-26 “25 Toen daalde de Here in de wolk neder en sprak tot hem, en Hij nam een deel van de Geest die op hem was, en legde dat op de zeventig mannen, op de oudsten; toen de Geest op hen rustte, profeteerden zij, doch daarna niet meer. 26 Twee mannen nu waren in de legerplaats achtergebleven; de een heette Eldad, en de ander Medad. Toen de Geest op hen rustte – zij behoorden tot de opgeschrevenen, maar waren niet naar de tent gegaan – profeteerden zij in de legerplaats.”

Saul, 1 Samuel 10:11 “11 En allen die hem van vroeger kenden, zagen hoe hij met de profeten profeteerde; en men zeide tot elkander: Wat is toch de zoon van Kis overkomen? Is Saul ook onder de profeten?”

David, 2 Samuël 23 “23 De Geest van de HEERE heeft door mij gesproken, en Zijn woord is op mijn tong” Veel van de Psalmen zijn profetisch en verwijzen naar de Mashiach.

Jesaja 6, Jeremia 1:4-5, Ezechiel 3:16-17, Daniel 5:15, Zacharia 1

Koningen Saul, 1 Samuel 10:1-11 “1 Toen nam Samuël de oliekruik, goot haar uit over zijn hoofd, kuste hem en zeide: Heeft de Here u niet tot vorst over zijn erfdeel gezalfd? 2 Wanneer gij heden van mij zijt heengegaan, zult gij twee mannen ontmoeten bij het graf van Rachel, in het gebied van Benjamin, te Selsach. Die zullen tot u zeggen: De ezelinnen die gij zijt gaan zoeken, zijn terecht; en zie, uw vader denkt niet meer aan het geval met de ezelinnen, maar over u is hij bezorgd en hij zegt: Wat kan ik voor mijn zoon doen? 3 Als gij dan verder trekt en bij de terebint van Tabor komt, zullen u daar drie mannen ontmoeten op weg naar God in Betel; één van hen draagt drie bokjes, een ander drie broden en de derde een kruik wijn. 4 Zij zullen u begroeten en u twee broden geven, die gij van hen zult aannemen. 5 Daarna zult gij te Gibea Gods komen, waar de bezetting der Filistijnen ligt. Zodra gij daar de stad ingaat, zult gij een schare profeten tegenkomen, die van de hoogte afdalen, vóór hen uit harpen, tamboerijnen, fluiten en citers; zelf zullen zij in geestvervoering zijn. 6 Dan zal de Geest des Heren u aangrijpen; gij zult met hen in geestvervoering geraken en tot een ander mens worden. 7 Wanneer deze tekenen aan u geschieden, doe dan wat uw hand vindt, want God is met u. 8 Gij zult u voor mij uit naar Gilgal begeven, en zie, ik zal tot u komen om brandoffers te offeren en vredeoffers te slachten. Zeven dagen zult gij wachten, totdat ik bij u kom en u te kennen geef wat gij doen zult. 9 Terwijl hij zich omkeerde om van Samuël weg te gaan, schonk God hem een ander hart. En al de genoemde tekenen geschiedden op die dag. 10 Toen zij daar te Gibea kwamen, zie, een schare profeten trad hem tegemoet; de Geest Gods greep hem aan en hij geraakte onder hen in geestvervoering. 11 En allen die hem van vroeger kenden, zagen hoe hij met de profeten profeteerde; en men zeide tot elkander: Wat is toch de zoon van Kis overkomen? Is Saul ook onder de profeten?”

David, 1 Samuel 16:11-14 “11 Hierop zeide Samuël tot Isaï: Zijn dit al de jongens? Deze antwoordde: De jongste ontbreekt nog; zie, hij weidt de schapen. Toen zeide Samuël tot Isaï: Laat hem halen, want wij zullen niet gaan aanzitten, voordat hij hier gekomen is. 12 Daarop liet hij hem halen. Hij nu was rossig, ook had hij mooie ogen en een schoon voorkomen. Toen zeide de Here: Sta op, zalf hem, want deze is het. 13 Samuël nam de oliehoorn en zalfde hem te midden van zijn broeders. Van die dag af greep de Geest des Heren David aan. Daarna stond Samuël op en ging naar Rama. 14 Maar van Saul was de Geest des Heren geweken, en een boze geest, die van de Here kwam, joeg hem angst aan.”

Belofte van de Heilige Geest in het oude verbond

Belofte dat de Mashiach vol van de Geest zou zijn: Jesaja 11:2. “1 En er zal een rijsje (Netzer 5342 נֵצֶר Nazareth, Notzri) voortkomen uit de tronk van Isaï en een scheut uit zijn wortelen zal vrucht dragen. 2 En op hem zal de Geest des Heren rusten, de Geest van wijsheid en verstand, de Geest van raad en sterkte, de Geest van kennis en vreze des Heren;”

Jesaja 42:1 “1 Zie, mijn knecht, die Ik ondersteun; mijn uitverkorene, in wie Ik een welbehagen heb. Ik heb mijn Geest op hem gelegd: hij zal de volken het recht openbaren.”

Jesaja 61:1-3 “1 De Geest des Heren Heren is op mij, omdat de Here mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis; 2 om uit te roepen een jaar van het welbehagen des Heren en een dag der wrake van onze God; om alle treurenden te troosten, 3 om over de treurenden van Sion te beschikken, dat men hun geve hoofdsieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, een lofgewaad in plaats van een kwijnende geest.”

Belofte voor het volk en de heidenen Jesjaja 32:15-18 “15 totdat over ons uitgestort wordt de Geest uit den hoge. Dan wordt de woestijn een gaarde en de gaarde gelijkt een woud; 16 dan woont het recht in de woestijn en de gerechtigheid verblijft in de gaarde. 17 En de vrucht der gerechtigheid zal vrede zijn, de uitwerking der gerechtigheid rust en veiligheid tot in eeuwigheid. 18 En mijn volk zal in een verblijf des vredes wonen, in veilige woningen, in oorden van ongestoorde rust,”

Jesaja 44:3 “3 Want Ik zal water gieten op het dorstige en beken op het droge; Ik zal mijn Geest uitgieten op uw nakroost en mijn zegen op uw nakomelingen.”

De toespraak van Petrus in Handelingen 2:38-39 verwijst naar Jesaja

“38 En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des heiligen Geestes ontvangen. 39 Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen, die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal.”

Ezechiel 11:19-20 “19 Ik zal hun één hart geven en een nieuwe geest in hun binnenste, en Ik zal het hart van steen uit hun lichaam verwijderen en hun een hart van vlees geven, 20 opdat zij naar mijn inzettingen zullen wandelen en naarstig mijn verordeningen onderhouden; zij zullen Mij tot een volk en Ik zal hun tot een God zijn.”

Ezechiel 36:26-27 “26 een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven. 27 Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar mijn inzettingen wandelt en naarstig mijn verordeningen onderhoudt.”

Ezechiel 37:14 “14 Ik zal mijn Geest in u geven, zodat gij herleeft en Ik zal u doen wonen in uw land; en gij zult weten, dat Ik, de Here, het gesproken en gedaan heb, luidt het woord des Heren.”

Ezechiel 39:29 “29 En Ik zal mijn aangezicht niet meer voor hen verbergen, wanneer Ik mijn Geest over het huis Israëls heb uitgestort, luidt het woord van de Here Here.”

Joel 2:28-29 “28 Daarna zal het geschieden, dat Ik mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien. 29 Ook op de dienstknechten en op de dienstmaagden zal Ik in die dagen mijn Geest uitstorten.”

Petrus verwijst hier eveneens aan in Handelingen 2:16-18

“16 maar dit is het, waarvan gesproken is door de profeet Joël: 17 En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouderen zullen dromen dromen: 18 ja, zelfs op mijn dienstknechten en mijn dienstmaagden zal Ik in die dagen van mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren.”

Zacharia 12:10 “10 Ik zal over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem uitgieten de Geest der genade en der gebeden; zij zullen hem aanschouwen, die zij doorstoken hebben, en over hem een rouwklacht aanheffen als de rouwklacht over een enig kind, ja, zij zullen over hem bitter leed dragen als het leed om een eerstgeborene.”

Belofte van de Heilige Geest in het vernieuwde verbond Johannes 14:16-18 “16 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, 17 de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. 18 Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u.”

Het is de Geest van Yeshua

Johannes 16:7 “7 Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden.”

Handelingen 2:16-18 “16 maar dit is het, waarvan gesproken is door de profeet Joël: 17 En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouderen zullen dromen dromen: 18 ja, zelfs op mijn dienstknechten en mijn dienstmaagden zal Ik in die dagen van mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren.”

Handelingen 2:38-39 “38 En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des heiligen Geestes ontvangen. 39 Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen, die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal.”

Het werk van de Heilige Geest in het vernieuwde verbond

Overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel Johannes 16:8-10 “8 En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel; 9 van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; 10 van gerechtigheid, omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij niet langer ziet; 11van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is.”

Hij komt om te onderwijzen John 14:26 26 maar de Trooster, de heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb.

1 Petrus 1:11-12 “11 terwijl zij naspeurden, op welke of hoedanige tijd de Geest van Christus in hen doelde, toen Hij vooraf getuigenis gaf van al het lijden, dat over Christus zou komen, en van al de heerlijkheid daarna. 12 Hun werd geopenbaard, dat zij niet zichzelf, maar u dienden met die dingen, welke u thans verkondigd zijn bij monde van hen, die door de heilige Geest, die van de hemel gezonden is, u het evangelie hebben gebracht, in welke dingen zelfs engelen begeren een blik te slaan.”

Om te helpen John 16:7-12 “7 Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden. 8 En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel; 9 van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; 10 van gerechtigheid, omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij niet langer ziet; 11van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is. 12 Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; 13 doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. 14Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen. 15 Al wat de Vader heeft, is het mijne; daarom zeide Ik: Hij neemt uit het mijne en zal het u verkondigen.”

Het Griekse woord is: “parakletos” en betekent letterlijk “iemand geroepen om te counteren. Het werd gebruikt in een gerechtshof om een juridisch assistent aan te duiden, raadsman voor de verdediging, een advocaat, iemand die de zaak van een ander bepleit, een bemiddelaar , helper, raadgever, trooster. “De Heilige Geest vervult al die functies en meer.

Hij getuigt van Yeshua Johannes 15:26 “26 Wanneer de Trooster komt, die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest der Waarheid, die van de Vader uitgaat, zal deze van Mij getuigen;”

Hij zal de gelovige leiden Johannes 16:13 “13 doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen.”

Hij zal laten zien wat er komen gaat Johannes 16:14 “14 Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen. 15 Al wat de Vader heeft, is het mijne; daarom zeide Ik: Hij neemt uit het mijne en zal het u verkondigen.”

Hij verheerlijkt Yeshua Johannes 16:14 “14 Hij zal Mij verheerlijken, “

Hij is het die ons kracht geeft om te getuigenis Handelingen 1:8 “8 maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.”

Het is door de Heilige Geest dat wij God als Vader zien Romeinen 8:14-17 “14 Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods. 15 Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader. 16 Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. 17 Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en medeërfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.”

De Heilige Geest is een geschenk Johannes 7:39 “39 Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.”

Johannes 14:16 “16 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn,”

Handelingen 2:38 “38 En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des heiligen Geestes ontvangen.”

Alleen wanneer je in Yeshua gelooft kan Hij in je komen wonen Johannes 7:37-39 “37 En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! 38 Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. 39 Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.”

Het geschenk is eeuwig Johannes 14:16 “16 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn,”

De Heilige Geest is een Persoon 1Korinthe 2:11 “Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods. Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de Geest Gods.” Paulus vergelijkt dit met de menselijke geest die weet wat in hem is. Zijn daarmee “een mens” en zijn “eigen geest” meerdere personen? Dat zou niet best wezen! Mijn geest is dat aspect van mijzelf dat in staat is om te doorzoeken en te weten. Zo is het ook met Gods Geest. De Geest van God is Iemand die doorzoekt en weet.

De Heilige Geest heeft een wil 1Corinthe 12:11 “11 Doch dit alles werkt één en dezelfde Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt, gelijk Hij wil.”

De Heilige Geest kan bedroefd worden Efeze 4:30 “30 En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing.”

De Heilige Geest kan belogen/bedrogen worden Handelingen 5:3 “3 Maar Petrus zeide: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld om de heilige Geest te bedriegen en iets achter te houden van de opbrengst van het stuk land?”

De Heilige Geest overtuigt Johannes 16:8 “8 En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel;”

De Heilige Geest onderwijst Johannes 14:26 “26 maar de Trooster, de heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb.”

De Heilige Geest spreekt Handelingen 13:2 “2 En terwijl zij vastten bij de dienst des Heren, zeide de heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk, waartoe Ik hen geroepen heb.”

De Heilige Geest is Schepper Lucas 1:35 “De heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden.”

Hoe ontvang je de Heilige Geest Soevereine daad van God Discipelen ontvingen de Geest op Shavoeot Handelingen 2:1-4 “1 En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. 2 En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren; 3 en er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; 4 en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.”

Cornelius en zijn huis ontvingen de Geest door daad van God Handelingen 10:44-47 “44 Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de heilige Geest op allen, die het woord hoorden. 45 En al de gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren medegekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort, 46 want zij hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken. Toen merkte Petrus op: 47 Zou iemand het water kunnen weren, om dezen te dopen, die evenals wij de heilige Geest hebben ontvangen?”

Handoplegging Samaritanen ontvangen de Geest door handoplegging Handelingen 8:14-17 “14 Toen nu de apostelen te Jeruzalem hoorden, dat Samaria het woord Gods had aanvaard, zonden zij tot hen Petrus en Johannes, 15 die, daar aangekomen, voor hen baden, dat zij de heilige Geest mochten ontvangen. 16 Want deze was nog over niemand van hen gekomen, maar zij waren alleen gedoopt in de naam van de Here Jezus. 17 Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de heilige Geest.”

12 mannen in Efeze Handelingen 19:6 “6 En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden.”

De gave(n) van de Heilige Geest In 1Corinthe 12 wordt de gave(n) van de Heilige Geest beschreven: “1 Ten aanzien van de uitingen des geestes, broeders, wil ik u niet onkundig laten. 2 Gij weet, dat gij, toen gij nog heidenen waart, u blindelings naar de stomme afgoden liet heendrijven. 3 Daarom maak ik u bekend, dat niemand, door de Geest Gods sprekende, zegt: Vervloekt is Jezus; en dat niemand kan zeggen: Jezus is Here, dan door de heilige Geest. 4 Er is verscheidenheid in genadegaven, maar het is dezelfde Geest; 5 en er is verscheidenheid in bedieningen, maar het is dezelfde Here; 6 en er is verscheidenheid in werkingen, maar het is dezelfde God, die alles in allen werkt. 7 Maar aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen. 8 Want aan de een wordt door de Geest gegeven met wijsheid te spreken, en aan de ander met kennis te spreken krachtens dezelfde Geest; 9 aan de een geloof door dezelfde Geest en aan de ander gaven van genezingen door die ene Geest; 10 aan de een werking van krachten, aan de ander profetie; aan de een het onderscheiden van geesten, en aan de ander allerlei tongen, en aan weer een ander vertolking van tongen. 11 Doch dit alles werkt één en dezelfde Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt, gelijk Hij wil.”

De vrucht(en) van de Heilige Geest Galaten 5:22 “22 Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.”

https://www.ontdekgod.nl/wat-zegt-bijbel-heilige-geest/

https://bible.org/seriespage/2-putting-pentecost-perspective-part-1-holy-spirit-old-testament-acts-21-13

https://bible.org/seriespage/3-putting-pentecost-perspective-part-2-holy-spirit-gospels-acts-21-13

http://enrichmentjournal.ag.org/200904/200904_116_OT%20Promises.cfm

http://www.drdonjennings.com/documents/scriptureStudies/Holy%20Spirit/1_The_Promise.pdf

https://bible.knowing-jesus.com/topics/Promises-Of-The-Holy-Spirit

http://www.keyway.ca/htm2002/holyspir.htm

http://www.godswordforyou.com/bible-studies/the-holy-spirit/493-the-holy-spirit-before-pentecost.html