bijbels:sv:tekst:psalmen130
Psalmen 130
1 “Een lied Hammaaloth. Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE! ”
2 HEERE! hoor naar mijn stem; laat Uw oren opmerkende zijn op de stem mijner smekingen.
3 “Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! wie zal bestaan? ”
4 “Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt. ”
5 “Ik verwacht den HEERE; mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord. ”
6 “Mijn ziel wacht op den HEERE, meer dan de wachters op den morgen; de wachters op den morgen. ”
7 “Israel hope op den HEERE; want bij den HEERE is goedertierenheid, en bij Hem is veel verlossing. ”
8 En Hij zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden.
bijbels/sv/tekst/psalmen130.txt · Laatst gewijzigd: door 127.0.0.1
